Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Het ziet ernaar uit dat op 1 november 2010 de Wet griffierechten burgerlijke zaken in werking zal treden. Deze zal de oude Wet tarieven in burgerlijke zaken grotendeels vervangen.
De nieuwe wet betreft net als de oude wet alleen burgerlijke zaken (niet bestuursrechtelijke of strafrechtelijke) en heeft zowel voor rechtzoekenden als voor hun advocaten nogal wat gevolgen.
Griffierechten zijn vergoedingen die gerechtelijke instanties vragen van partijen die betrokken zijn bij een zaak die bij die instantie aanhangig is.
In sommige burgerlijke zaken zal ook onder de nieuwe wet geen griffierecht geheven worden, zoals bij de aanvraag van het eigen faillissement of bij het indienen van een verweerschrift in een zaak tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De bekendste civiele zaken waarin wel griffierecht wordt geheven, zijn handelszaken waarin de ene partij een geldsom vordert en de andere partij niet wil betalen.
Voortaan zal de rechter die de dagvaarding van de eisende partij onder ogen krijgt, de zaak niet in behandeling nemen zolang die zijn griffierecht niet heeft voldaan. Sterker: als niet binnen een bepaalde termijn wordt betaald, zal de procedure beëindigd worden en kan de eisende partij in de kosten van de gedaagde partij worden veroordeeld. Omgekeerd: als de gedaagde partij zijn griffierecht niet tijdig voldoet, zal met zijn schriftelijke reactie op de dagvaarding geen rekening worden gehouden en de zaak zonder die reactie worden afgedaan als was de gedaagde partij niet verschenen.
Tot nu toe werd in kort gedingen van de gedaagde partij een vast laag griffierecht gevraagd (op dit moment € 263). Dat zal verhoogd worden tot het tarief dat gaat gelden voor de bodemprocedure.
Advocaten zullen voortaan in dagvaardingen een zogenaamde aanzegging moeten opnemen hoeveel griffierecht de gedaagde partij moet betalen als hij in het geding verschijnt. Dat is voor kort gedingen nu al zo, maar wordt uitgebreid naar bodemprocedures. Daarnaast moet in de dagvaarding het gevolg worden opgenomen als de gedaagde het griffierecht niet tijdig voldoet. Bevatten toekomstige dagvaardingen dergelijke aanzeggingen niet, dan is de dagvaarding in beginsel nietig.
De vaststelling van de hoogte van het griffierecht wordt eenvoudiger dan voorheen doordat er minder categorieën komen. De hoogte van het nieuwe griffierecht wordt in de bijlage van de wet genoemd en maakt onderscheid naar partijen die natuurlijke personen zijn, partijen die rechtspersonen zijn en partijen die natuurlijke personen en ook on- of minvermogend.
Het oorspronkelijke wetsvoorstel voorzag ten slotte in afschaffing van de zogenaamde begrotingsprocedure, die bepaalt dat de Raad van Toezicht van de plaatselijke Orden van Advocaten de declaraties van advocaat in civiele zaken beoordelen. Gedurende het wetgevingsproces is dat voorstel gesneuveld. De begrotingsprocedure blijft dus bestaan.
Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.