Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
We berichtten u eerder – op de dag van de inwerkingtreding van de Wabo: 1 oktober 2010 – over de hoofdlijnen van het overgangsrecht. Vandaag aandacht voor de overgangsregels voor de bouwvergunning eerste en tweede fase.
Deze gefaseerde bouwvergunning bestaat niet meer onder de Wabo. De Wabo kent wel een gefaseerde omgevingsvergunning, maar dat houdt in dat als er sprake is van meerdere vergunningplichtige activiteiten (bijvoorbeeld slopen, kappen, bouwen, planologisch strijdig gebruik) een aanvrager ervoor kan kiezen daarvoor in twee fasen vergunning aan te vragen, waarbij hij bepaalt welke activiteiten in de eerste fase worden aangevraagd. De tweede fase ziet op de overige activiteiten. De activiteit bouwen kan echter als zodanig niet in fasen worden aangevraagd. Vandaar dat er overgangsregels voor de gefaseerde bouwvergunning zijn opgenomen. Deze staan overigens in de Invoeringswet Wabo.
Kort gezegd komt de overgangsregeling erop neer dat wanneer vóór 1 oktober 2010 een aanvraag eerste fase is ingediend en een van beide bouwvergunningen (eerste dan wel tweede fase) nog niet onherroepelijk was op 1 oktober 2010, het oude recht van toepassing blijft. Het maakt niet uit in welke fase de procedure is. Zodra zowel de bouwvergunning eerste fase als de bouwvergunning tweede fase onherroepelijk is, worden beide vergunningen samen gelijkgesteld met een omgevingsvergunning. Deze regels gelden ook indien de aanvraag eerste fase is gewijzigd naar aanleiding van het besluit omtrent de bouwvergunning tweede fase.
Er is wel een belangrijke beperking voor het geval niet tijdig na verlening van de bouwvergunning eerste fase een aanvraag tweede fase is ingediend. Voor deze situatie bepaalde de Woningwet dat de bouwvergunning eerste fase vervalt indien niet binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden daarvan een aanvraag om bouwvergunning tweede fase is ingediend. Alsdan kon opnieuw een aanvraag eerste fase worden gedaan. Dit is echter niet meer mogelijk. Met andere woorden: wanneer een verleende en onherroepelijk geworden bouwvergunning eerste fase vervalt omdat niet tijdig een aanvraag tweede fase is gedaan, zal een volledige nieuwe aanvraag voor de activiteit bouwen moeten worden gedaan die onder de regels van de Wabo wordt afgehandeld.
Cathine Knijff is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.