Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Werknemers die niet zijn gebonden aan een concurrentiebeding kunnen toch onrechtmatig handelen jegens hun ex-werkgever door over te stappen naar de concurrent of een eigen bedrijf in dezelfde branche als hun ex-werkgever op te richten. Er is sprake van onrechtmatige concurrentie als de ex-werknemer op stelselmatige en substantiële wijze de ex-werkgever schaadt door deze klanten, leveranciers of personeelsleden af te nemen met behulp van kennis en gegevens die de ex-werknemer dankzij zijn werk bij de ex-werkgever heeft verkregen.
De ex-werkgever dient in een procedure tegen de ex-werknemer dan wel aannemelijk te maken dat er onrechtmatig is gehandeld. Een familiebedrijf dat de im- en export van groente en fruit verzorgde heeft dat onlangs geprobeerd.
Bij het bedrijf waren 100 werknemers in dienst, allemaal zonder concurrentie- en/of relatiebeding. Twee werknemers zegden hun dienstverbanden op en startten een concurrerend bedrijf. Binnen korte tijd zegden nog eens 50 werknemers hun dienstverbanden op om vervolgens bij het concurrerende bedrijf in dienst te treden. Tevens zijn 23 leveranciers van de ex-werkgever exclusief aan het concurrerende bedrijf gaan leveren en namen meerdere klanten van de ex-werkgever voortaan van het concurrerende bedrijf af.
De ex-werkgever vorderde bij de rechtbank Rotterdam een schadevergoeding van het concurrerende bedrijf en haar twee oprichters (ex-werknemers) wegens onrechtmatig (concurrerend) handelen.
Van onrechtmatige concurrentie door voormalige werknemers (die niet gebonden zijn aan een concurrentiebeding) is volgens de rechtbank sprake indien op stelselmatige en substantiële wijze het duurzaam bedrijfsdebiet van de ex-werkgever wordt afgebroken door deze klanten, leveranciers of personeelsleden af te nemen met behulp van kennis en gegevens die in de vorige dienstbetrekking zijn verkregen. Het in dienst nemen van personeelsleden van een voormalige werkgever is niet onrechtmatig, tenzij substantieel en stelselmatig personeel van de voormalige werkgever wordt geworven.
Ten aanzien van de leveranciers die waren overgestapt stelde de rechtbank voorop dat het de werknemers die zijn overgestapt vrij stond aan personen met wie zij uit hoofde van hun functie contacten onderhielden te melden dat zij hun dienstverband zouden beëindigen en bij een concurrent in dienst zouden treden. Voorts stond het hen, indien niet gebonden aan een concurrentie- of relatiebeding, vrij na hun overstap met die personen contacten te onderhouden. Wanneer vervolgens leveranciers besluiten over te stappen, kan niet van het concurrerende bedrijf gevergd worden niet met die leveranciers in zee te gaan.
Ten slotte achtte de rechtbank dat de werknemers rechtmatig gebruik mochten maken van de goodwill en know-how die zij hadden opgebouwd door hun contact met klanten en leveranciers. Nu geen sprake was van een concurrentie- of relatiebeding, kon van bedoelde know-how en goodwill, die onlosmakelijk was verbonden met de persoon van de werknemer, in beginsel vrij gebruik worden gemaakt. Bijzondere omstandigheden die het gebruik desondanks onrechtmatig maken, zoals misbruik van bedrijfsgeheimen dan wel van andere bijzondere gegevens of het doen van schadende mededelingen over de voormalige werkgever, waren gesteld noch gebleken.
De vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatig (concurrerend) handelen werd afgewezen.
Ook al wijzen de omstandigheden in een bepaalde richting, voor een claim wegens onrechtmatig handelen is hard(er) bewijs nodig. Een concurrentiebeding biedt wat dat betreft uiteraard veel betere bescherming: dan hoef je slechts aan te tonen dat de werknemer bij een concurrent in dienst treedt.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.