Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Privacy van de werknemer is een regelmatig terugkerend punt van discussie. Ook wij schreven hier eerder over spionagesoftware, controle van emailverkeer en verborgen cameratoezicht. In laatstgenoemde blog ging het over het oordeel van de kantonrechter te Middelburg dat het gebruik van een verborgen camera, hoewel de opnames niet door de werkgever zelf waren gemaakt, ontoelaatbaar was, maar dat er bovendien op deze beelden ook geen ongepast gedrag was te zien. In dat kader vroegen we ons af hoe de uitkomst zou hebben geluid indien beelden wel ernstig ongepast gedrag zouden hebben laten zien.
In een zaak die onlangs voor kwam bij de kantonrechter te Breda kwam wederom het gebruik van een verborgen camera aan de orde. In deze zaak ging het om een timmerman die sinds februari 2010 arbeidsongeschikt was wegens onder andere knieklachten. De werkgever schakelde, nadat zij een anonieme tip had ontvangen dat de werknemer vrijwel dagelijks aan het werk was bij derden, een onderzoeksbureau in.
Het onderzoeksbureau maakte op verschillende dagen video-opnamen van de werknemer en legde vast dat hij inderdaad aan het werk was bij derden. De werkgever heeft de werknemer hierop geschorst en een verzoek tot ontbinding tot de arbeidsovereenkomst ingediend bij de rechter.
De kantonrechter oordeelde dat de het verborgen cameratoezicht in dit geval toelaatbaar was omdat de opnamen vanaf de openbare weg waren gemaakt, zich alleen op de werknemer hebben gericht en de periode waarin de werknemer heimelijk was geobserveerd kort van duur waren. De door de werkgever genomen acties na ontvangst van de anonieme tip, werden dan ook passend en proportioneel geoordeeld. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden zonder vergoeding aan de werknemer.
Is het nu alleen het ongepaste gedrag van de werknemer waardoor het oordeel anders uitvalt dan de uitspraak van de rechtbank Middelburg? Nee, dat is niet geval. In dit geval bestond er niet alleen een concreet vermoeden van onrechtmatig handelen, maar belangrijker: deze beelden werden gemaakt op de openbare weg waardoor de opnamen niet vallen onder de strafbaarstelling de artikelen 139f en 441a Sr. Dat wil niet zeggen dat heimelijk cameratoezicht in het bedrijf onrechtmatig is. Indien de werkgever een concreet vermoeden heeft dat een werknemer zijn bedrijf schade toebrengt (bijvoorbeeld door diefstal), en hij een verborgen camera gebruikt om dit te kunnen vaststellen en daarbij tevens de Wbp-normen worden nageleefd, handelt hij mijns inziens niet wederrechtelijk. Wel zal de werkgever achteraf in staat moeten zijn om aan te tonen dat het besluit tot het plaatsen van een verborgen camera zorgvuldig is genomen.
Het gebruik van een verborgen camera op straat van een “zieke” werknemer mag, mits er een gerede verdenking is en proportioneel ingezet, in ieder geval wel.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.