Praktijkgebieden: Bestuursrecht
In de uitspraak van 15 september 2010 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zich over de vraag gebogen of het in strijd is met het gelijksheidsbeginsel wanneer een bestuursorgaan slechts één overtreder aanschrijft als het een bepaalde norm wil handhaven. In dit geval had het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht bij wijze van testcase slechts één eigenaar van een illegaal vaartuig in de Kromme Mijdrecht aangeschreven, bij wijze van test case, en alle andere eigenaren van evenzeer illegaal afgemeerde boten in diezelfde Kromme Mijdrecht met rust gelaten.
In strijd met het geijkheidsbeginsel? Neen. Aldus de Afdeling. Het aanschrijven van slechts een eigenaar, bij wijze van test case, is hier geoorloofd. In dit geval lag er aan de aanschrijving een Handhavingsstrategie ten grondslag. Daarin staat onder meer vermeld dat de gebieden met de hoogste natuurwetenschappelijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden frequenter zullen worden gecontroleerd. Omdat het college maar een beperkt aantal toezichthouders heeft en de controles arbeidsintensief zijn, heeft het college daarom voor gefaseerde handhaving gekozen.
Een andere reden voor de Afdeling is dat het college verspreid over de hele provincie sinds de vaststelling van de Handhavingsstrategie ongeveer een honderdtal gevallen had aangeschreven. Daarbij zijn de meest in het oog springende vaartuigen uitgezocht om als eerste in aanmerking te komen. In dit geval ging het om de eigenaar van een boot met een lengte van meer dan zeven meter, een witte kleur en een gesloten overkapping.
Tot slot speelde nog mee dat het college het voornemen heeft geuit om ook te gaan optreden tegen de ándere illegaal afgemeerde vaartuigen in de Kromme Mijdrecht.
Het oplaten van proefballonnetjes mag dus in handhavingsland, maar dan moet er wel beleid, of strategie en een gedegen motivering aan ten grondslag liggen. Was dat niet het geval geweest, dan verwacht ik dat de Afdeling zou hebben geoordeeld dat één overtreder gebruiken als proefkonijn en de rest (voorlopig) laten lopen, niet is toegestaan.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.