Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Op 1 oktober aanstaande zal de Wabo in werking treden. In plaats van tal van vergunnin-gen, waaronder de bouwvergunning, zal één omgevingsvergunning verleend worden. Voor bouwen is niet in alle gevallen een omgevingsvergunning nodig. In het Besluit omgevingsrecht dat ook per 1 oktober aanstaande zal gelden, zijn de activiteiten beschre-ven die niet omgevingsvergunningplichtig zijn. De wetgever heeft gekozen voor verruimingen ten opzichte van het nu nog geldende Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken.
De belangrijkste verruiming is dat niet alleen bij woningen, maar ook bij gebouwen met een andere functie vergunningsvrij gebouwd mag worden. Zo mag op het achtererfgebied (het erf aan de achterkant en niet naar openbaar gebied gekeerde zijkant op meer dan 1 meter van de voorkant van het hoofdgebouw), het hoofdgebouw eenlaags worden uitgebreid. Op deze wijze zou bijvoorbeeld vergunningsvrij een flinke uitbreiding van een supermarkt op het achterliggende parkeerterrein mogelijk zijn.
Voor uitbreidingen op een afstand van meer dan 2,5 meter van het hoofdgebouw geldt onder meer de eis dat de functie van het bouwwerk ondergeschikt is aan het hoofdge-bouw. Slaapkamers in de schuur achterin de tuin zijn dus ook in de nieuwe regeling niet vergunningsvrij. Verder zijn vergunningsvrij bijvoorbeeld: gewoon onderhoud, bepaalde dakkapellen, dakramen, zonnecollectoren, kozijnen, zonweringen, afscheidingen tussen balkons of dakterrassen, perceelsafscheidingen, vlaggenmasten en antennes en dergelijke. De specifieke vereisten staan in artikel 2 Besluit omgevingsrecht (Bor).
In artikel 3 Bor is een nieuwe categorie vergunningvrije bouwwerken opgenomen. Indien het bouwwerk past binnen de eisen van artikel 3 en binnen het bestemmingsplan, is geen omgevingsvergunning vereist. Binnen het bestemmingsplan passende activiteiten die omgevingsvergunningvrij mogen worden gebouwd zijn bijvoorbeeld bijbehorende bouwwerken in het achtererfgebied niet hoger dan 5 meter, een zwembad op het erf bij een woning en bepaalde interne veranderingen. Indien wel een planologische wijziging noodzakelijk is, zal een omgevingsvergunning moeten worden aangevraagd voor het strijdig gebruik, maar niet voor het bouwen. Afwijking van het bestemmingsplan zal onder de Wabo niet langer door verlening van een ontheffing of een projectbesluit geschieden, maar door verlening van een omgevingsvergunning
In artikel 4 Bor zijn de zogenoemde kruimelgevallen (voorheen artikel 19 lid 3 en 3.23 Wro) opgenomen. Op grond van artikel 2.12 lid a onder a onder 2 Wabo kan een omgevingsvergunning worden verleend voor planologisch strijdig gebruik in de artikel 4 Bor genoemde gevallen.
Soms is het niet heel duidelijk of een omgevingsvergunning nodig is. Dit geldt met name voor de in artikel 3 genoemde gevallen, waarbij dit afhankelijk is van het feit of het bouwwerk binnen het bestemmingsplan past of niet. Indien ten onrechte zonder omge-vingsvergunning gebouwd is kan handhavend opgetreden worden. Gedwongen afbraak behoort tot de mogelijkheden. De bouwer die van tevoren zekerheid wil hebben over de vergunningplicht zal een aanvraag voor een omgevingsvergunning moeten aanvragen. Het oordeel van het bevoegd gezag daaromtrent kan in het kader van bezwaar en beroep tegen het besluit dat op de aanvraag omgevingsvergunning wordt genomen kan worden aangevochten.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.