Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Op gezette tijden krijgen wij van onze cliënten de vraag of van een zieke werknemer mag worden verlangd dat deze de bedrijfsauto die hij of zij ter beschikking heeft gekregen in moet leveren. Het gaat daarbij dan om de situatie waarin de bedrijfsauto ook voor (beperkt) privégebruik mag worden gebruikt. Wanneer de auto louter en alleen voor zakelijk gebruik dient, kan de werkgever zonder problemen de auto tijdens ziekte terugvragen.
Tijdens ziekte heeft de werknemer recht op doorbetaling van geldloon. Let wel, geldloon en daarmee geeft de wet de werknemer in feite geen recht op behoud van de auto bij arbeidsongeschiktheid. Desalniettemin wordt aangenomen dat in beginsel de zieke werknemer het recht op secundaire arbeidsvoorwaarden behoudt, waaronder de bedrijfsauto.
Wanneer partijen afspraken hebben gemaakt over het inleveren van de auto tijdens ziekte is de bovengestelde vraag niet moeilijk te beantwoorden. In dat geval gelden de afspraken. Of de werkgever daarmee ook kan verlangen dat de werknemer de auto bij kort durende ziektes zoals een griepje, al moet inleveren is maar de vraag. Een dergelijk beding zal mogelijk onredelijk worden geacht.
Maar wat als er geen afspraken zijn gemaakt? In dat geval zal het afhangen van de belangenafweging tussen werkgever en werknemer of de werkgever gerechtigd is om de auto terug te vorderen. Bij kortdurende ziektes zal de belangenafweging naar moet worden ingeschat eerder in het voordeel van de werknemer uitvallen maar wanneer het gaat om bijvoorbeeld bestelauto’s of auto’s met het logo van de zaak erop zal de belangenafweging desondanks mogelijk toch in het voordeel van de werkgever uitvallen. Bij langdurig ziekteverzuim zullen de belangen van de werkgever mogelijk eerder voorop staan.
Dient de werkgever de werknemer vervolgens nog te compenseren voor het gemis van de auto indien deze wordt geacht de auto in te leveren zonder dat zij daar afspraken over hebben gemaakt? Dit kan onder omstandigheden zeker het geval zijn. De auto wordt immers gezien als loon en de werkgever die ervoor kiest om de auto terug te vragen, zal hier dan ook rekening mee moeten houden.
Bovenstaande zijn slechts algemene beginselen, en zoals u weet zijn op algemene beginselen uitzonderingen mogelijk. Het kan dus zo zijn dat bijvoorbeeld geen compensatie betaald hoeft te worden, of dat u als werkgever ondanks andersluidende afspraken onder omstandigheden de auto toch niet mag terugvragen.Al met al een onderwerp om rekening mee te houden bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst.
Liesbeth Heidstra is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.