Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Sinds mei 2008 zijn Europese regels inzake mediation in werking getreden in de vorm van een richtlijn. Een Europese richtlijn geeft, zoals de naam al doet vermoeden, een richtlijn aan de lidstaten over hoe ze op een bepaald gebied hun wetgeving moeten inrichten. De richtlijn geeft regels waar de lidstaten zich ten minste aan moeten houden. Ten gunste van de burger mag er echter (bijna) altijd worden afgeweken van die richtlijn.
Volgens de richtlijn moeten de lidstaten een minnelijke schikking van grensoverschrijdende geschillen mogelijk maken. De uitkomst van zo’n schikking moet dus ook uitvoerbaar zijn in andere lidstaten.
Het doel van mediation is om partijen op vrijwillige basis onder leiding van een mediator tot een oplossing te laten komen zonder tussenkomst van een rechter. De mediator is dus onpartijdig en heeft als enig doel om partijen met elkaar te laten praten over een oplossing waar beide partijen mee kunnen leven. Dat betekent dus niet dat de één wint en de ander verliest, maar dat er een voor beide partijen acceptabele tussenweg wordt gevonden.
Als die tussenweg is gevonden, wordt deze vastgelegd in een overeenkomst die vervolgens via een van te voren vastgestelde rechtbank uitvoerbaar wordt verklaard in de andere betrokken lidstaat.
Elke lidstaat moet kwaliteitscontrole uitvoeren, gedragscodes opstellen en een opleiding aanbieden voor mediators, zodat de kwaliteit van de mediators controleerbaar is en burgers vertrouwen krijgen in de mediators van alle lidstaten.
De Europese Commissie is ervan overtuigd dat mediation in de meeste gevallen een veel snellere en goedkopere oplossing is dan een gerechtelijke procedure. Als partijen inderdaad tot een oplossing komen, lijkt mij dat aannemelijk. Echter, mediation kan ook worden gebruikt door de wederpartij om de zaak te vertragen.
Teneinde de partijen aan te moedigen van mediation gebruik te maken, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat hun regels inzake verjaring de partijen niet beletten naar de rechter of naar een arbitrage-instantie te gaan indien hun mediationpoging geen resultaat heeft. Dat betekent dus dat als mediation is mislukt, partijen alsnog in een jarenlang proces terecht komen, waardoor de mediation alleen maar een vertragende factor is geweest in het hele proces.
In mei 2011 moeten alle lidstaten de Mediationrichtlijn hebben ingevoerd in hun nationale wetgeving. Tot nu toe hebben slechts 4 van de 27 lidstaten de richtlijn ingevoerd. Nederland is bezig met de voorbereiding van een wetsvoorstel.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.