Praktijkgebieden: Vastgoed
Gemeenten kunnen VVE’s binnenkort verplichten een onderhoudsplan vast te stellen. Tenminste, als ook de Eerste Kamer akkoord gaat met het wetsvoorstel Wijziging BW en Woningwet inzake het plegen van onderhoud door verenigingen van eigenaars. Het voorstel is al door de Tweede Kamer, maar heeft tot nu toe vreemd genoeg weinig aandacht gekregen. Het wetsvoorstel is namelijk best verstrekkend.
Het onderhoud van appartementen is een zaak van de eigenaars onderling. In het Burgerlijk Wetboek is een verplichting opgenomen een reservefonds in stand te houden. Gebleken is dat deze verplichting niet goed wordt nageleefd. Gemeenten kunnen op grond van het huidige recht slechts bestuursrechtelijk ingrijpen als het onderhoud dermate slecht is, dat er strijd is ontstaan met het Bouwbesluit. Het wetsvoorstel beoogt dit stadium vóór te zijn.
De gemeente krijgt de bevoegdheid ook privaatrechtelijk in te grijpen. De gemeente kan straks (na een machtiging van de kantonrechter) een vergadering bijeen roepen en voorstellen doen omtrent het onderhoud en bijdragen van de eigenaars in het reservefonds. Daarnaast kan de gemeente de kantonrechter verzoeken een vervangende machtiging te verlenen voor wijziging van het reglement of toestemming voor beheershandelingen of onderhoud, indien meer dan de helft van de eigenaars medewerking heeft verleend. De eigenaars zijn zelf gehouden de kosten van het door de kantonrechter opgelegde onderhoud te dragen.
Via privaatrechtelijke weg zal de gemeente met medewerking van de kantonrechter dus onderhoud aan een minderheid binnen de VVE kunnen opdringen. Maar dan moet er wel een meerderheid van de leden van de VVE vóór zijn. In de meeste VVE’s is het nu ook al zo dat met een meerderheid onderhoud kan worden afgedwongen zonder dat de gemeente een rol speelt. Deze regeling zal vooral effectief kunnen zijn binnen verenigingen waar de leden zelf weinig initiatief ontplooien.
Voor VVE’s die niet willen meewerken is in het wetsvoorstel nog een bestuursrechtelijke stok achter de deur bedacht. Deze regeling, opgenomen in een nieuw artikel 12d van de Woningwet, geldt alleen voor gebieden waarin de leefbaarheid naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders onder druk staat en houdt in dat Burgemeester en Wethouders een VVE kunnen verplichten een onderhoudsplan op te laten stellen door een deskundige en vervolgens de uitvoering van het onderhoudsplan kunnen afdwingen middels het opleggen van een last onder dwangsom of bestuursdwang.
De Eerste Kamer heeft vragen over het wetsvoorstel met betrekking tot de verhouding tot grondrechten, de effectiviteit van het wetsvoorstel, het onderscheid tussen gemeenschappelijke en privégedeelten, de reikwijdte van de bevoegdheid tot bestuursrechtelijke handhaving (wanneer staat de leefbaarheid onder druk) en de rechtsbescherming. Wij zetten hier ook vraagtekens bij en komen daar binnenkort op terug.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.