Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Werknemers mogen in bepaalde gevallen door de werkgever met behulp van camera’s in de gaten worden gehouden. Daaraan zijn – uiteraard – de nodige voorwaarden verbonden. Gebruik van een verborgen camera is aan nog striktere eisen onderworpen. Het is onder andere mogelijk indien preventie niet heeft geholpen, het cameragebruik op incidentele basis gedurende korte tijd plaatsvindt en zo gericht mogelijk is.
De kantonrechter te Middelburg oordeelde onlangs over een werkgever die zijn werkneemster op staande had ontslagen op basis van beelden die niet door de werkgever zelf, maar door klanten waren gemaakt van de werkneemster.
De werkgever was een zorginstelling ende werkneemster werkte als persoonlijk begeleider van een daar verzorgde man. De familie van de man was niet tevreden over de wijze waarop de werkneemster hun vader begeleidde. Na het overlijden van hun vader zond de familie een schriftelijke klacht aan de werkgever met daarbij een cd met beeldmateriaal van de werkzaamheden van de werkneemster. Men bleek een camera in de kamer van de man te hebben verstopt. Uit de beelden kon volgens de werkgever worden afgeleid dat de werkneemster zich niet aan de geldende gedrag- en beroepscode hield bij de uitoefening van haar werkzaamheden. Mede naar aanleiding van het beeldmateriaal heeft de werkgever de werkneemster op staande voet ontslagen.
De werkneemster vorderde wedertewerkstelling of ontbinding met een zeer ruime vergoeding.
De kantonrechter oordeelde dat, ook al had de werkgever de camera’s niet geïnstalleerd, maar de familie van de patiënt, het gebruik van de beelden door de werkgever onrechtmatig jegens de werkneemster was, zo niet strafbaar.De beelden mochten dus niet worden gebruikt ter staving van het standpunt van de werkgever dat sprake zou zijn van een dringende reden voor ontslag. De verklaringen van de familie van de patiënt waren ook onvoldoende, te meer omdat de werkgever de familie zelfs al eens een waarschuwing had gegeven om hun gedrag richting werkneemster aan te passen.
Overigens is het beeldmateriaal toch bekeken door de rechter, die ten overvloede opmerkte dat het gedrag van werkneemster op de beelden nog geen ontbinding van de arbeidsovereenkomst had kunnen rechtvaardigen.
De uitspraak is niet heel duidelijk over wat de werkneemster door de familie verweten wordt, maar het is overduidelijk dat de rechter van mening is dat de gemaakte verwijten kant noch wal raken; de vrouw had overeenkomstig advies van de arts van de man gehandeld, en zou hooguit een keer een iets minder gepaste opmerking hebben gemaakt tegen haar client.
De werkneemster werd een vergoeding toegekend van ruim een ton, hetgeen kennelijk neerkwam op een correctiefactor 2.
De vraag blijft natuurlijk: wat als de beelden wél (ernstig) ongepast gedrag hadden laten zien? Zou de rechter dan de zelfde uitspraak hebben gedaan? Dat lijkt weinig aannemelijk, zodat geconcludeerd moet worden dat de opnamen, toelaatbaar of niet, kennelijk wel degelijk een rol hebben gespeeld in de procedure.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.