Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Het gebeurt natuurlijk vaker dat een procedure niet loopt zoals één der partijen had verwacht (soms loopt het anders dan beiden hadden verwacht, maar dat is weer een ander verhaal). Een partij krijgt wel eens te horen dat de rechter zijn of haar vordering kansloos acht. Zo ook in een zaak waarover onlangs werd gepubliceerd.
Een werkgever vroeg ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werkneemster op de grond dat die werkneemster in een andere procedure salaris vorderde. Wat er precies aan de hand was wordt niet helemaal duidelijk, maar er was twist over de omvang van de dienstbetrekking en salarisbetaling na een periode van ziekte. Partijen waren daar niet uit gekomen, en de werkneemster had de zaak aan de rechter voorgelegd. De werkgever reageerde met een ontbindingsverzoek.
Op de mondelinge behandeling daarvan vroeg de rechter aan de werkgever wat nu de dringende reden was. De werkgever gaf aan dat hij werknemers die hun gelijk via de rechter probeerden te halen, kon missen als kiespijn.
Je snapt direct dat dat tactisch gezien niet slim is. Je staat voor een rechter en zegt tegen hem dat als iemand naar de rechter stapt, je klaar bent met die persoon. Dat valt natuurlijk niet lekker. Zo ook bij deze rechter, die oordeelt dat deze grond “de laatste reden is die onderhavig verzoek zou kunnen dragen”. Het ontbindingsverzoek wordt afgewezen en de werkgever wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.
De zaak is gepubliceerd in de Praktijkgids 2010,122. Een commentator voegt daar nog de opmerkingen aan toe dat hij zich afvraagt of er meer gemachtigden zouden zijn “die zich met dergelijke onzin tot de rechter wenden”.
Het feit dat een werknemer zich met een loonvordering tot de rechter wendt is, inderdaad, op zich natuurlijk geen reden om ontbinding te vragen. Het is anderzijds echter niet uitgesloten – en zelfs wel waarschijnlijk – dat door het conflict over het salaris en de uiteindelijke gang naar de rechter de verhoudingen behoorlijk verzuurd zijn geraakt. Of het zulke onzin was is dus nog maar de vraag. Ook hier geldt echter dat het de toon is die de muziek maakt – én dat de rechter vond dat de werkgever een ferm toontje lager moest zingen.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.