Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
In een faillissement is de curator belast met het beheer en de vereffening van de failliete boedel. In de uitoefening van die taak dient de curator te handelen zoals in redelijkheid van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht, mag worden verlangd. De curator kan persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor door derden geleden nadeel. Als de curator aansprakelijk wordt gesteld dient zijn handelen te worden getoetst aan de (zorgvuldigheids-)norm zoals hierboven beschreven.
In een recente uitspraak kwam het handelen van een curator aan de orde. De werkgever van gefailleerde stelde de curator persoonlijk aansprakelijk voor diefstal die gefailleerde had gepleegd en voor schade die hij hierdoor had geleden. Gefailleerde had namelijk gedurende zijn faillissement de boekhouding en administratie verzorgd voor zijn werkgever. Tijdens deze werkzaamheden had gefailleerde enkele grote bedragen onbevoegd aan zichzelf overgemaakt.
De rechter heeft in deze zaak geoordeeld dat de curator niet persoonlijk aansprakelijk is voor de geleden schade door de werkgever. De curator heeft zijn taak naar behoren vervuld. De zorgvuldigheidsnorm breidt de taak van de curator niet uit, zoals de werkgever had aangegeven. De taak van de curator blijft het verrichten van werkzaamheden in het belang van met name de schuldeisers, die op het moment van het faillissement een vordering op gefailleerde hadden. De rechter achtte het niet de taak van de curator om de werkgever op de hoogte te stellen van het faillissement van zijn werknemer. Het is aan de werknemer zelf om zijn werkgever juist voor te lichten over zijn situatie. Daarnaast wordt een faillissement ingeschreven in een openbaar register, dat dus door de werkgever kan worden geraadpleegd. Bovenal was de werkgever in dit faillissement geen schuldeiser. De werkgever kon de curator niet aansprakelijk stellen voor zijn geleden schade.
Al met al wordt persoonlijke aansprakelijkheid van een curator niet snel aangenomen. Er dient aan de zorgvuldigheidsnorm getoetst te worden, bij welke norm de taak van de curator niet wordt uitgebreid zoals beschreven in de Faillissementswet. De zorgvuldigheidsnorm strekt niet tot bescherming van de belangen van de werkgever, zoals in bovengenoemde zaak.
Rosemarie Franken is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.