icon

Handhaving bij instandhouding illegale bouwwerken

Bouwen zonder bouwvergunning is verboden. Sinds 1 april 2007 is het tevens verboden een bouwwerk zonder bouwvergunning in stand te laten (art. 40b Woningwet). Bij overtreding van een verbod geldt de zogenaamde beginselplicht tot handhaving. Volgens deze vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zal in geval van overtreding van het wettelijk voorschrift in de regel moeten worden overge-gaan tot handhaving en mag het bestuursorgaan slechts onder bijzondere omstandigheden weigeren dit te doen. Dit kan zich voordoen, indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhou-ding met de daarmee te dienen te belangen, dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.

Volgens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 maart 2010 (TBR 2010/113, m.nt. B. Rademaker) hoeven eigenaars van illegale bouwwerken niet bang te zijn te worden aangesproken als overtreder van het verbod een illegaal bouwwerk in stand te houden, indien zij vóór 1 april 2007 eigenaar zijn geworden en er ten tijde van de koop geen concrete aanwijzingen waren dat zonder of in afwijking van een bouwvergunning was gebouwd. Vóór 1 april 2007 kon volgens de Afdeling van de koper namelijk niet worden verlangd onderzoek te verrichten naar de bouwvergunningen. De Afdeling oordeelde dat het in strijd is met de rechtszekerheid om in een dergelijk geval handhavend op te treden.

Strikte toepassing van de wet zou leiden tot handhaving, ook ten aanzien van overtreders die vóór 1 april 2007 eigenaar zijn geworden. De Afdeling heeft met deze uitspraak in feite overgangsrecht gecreëerd, terwijl de wetgever hier bij de inwerkingtreding van het verbod niet in had voorzien.

Handhaven door middel van het opleggen van een last onder bestuursdwang wegens overtreding van het verbod te bouwen zonder bouwvergunning kan wel in dergelijke gevallen (art. 40b Woningwet), al wordt dit in de praktijk weinig toegepast. De Afdeling heeft deze mogelijkheid in voornoemde uitspraak uitdrukkelijk genoemd. Anders dan een last onder dwangsom, is bestuursdwang namelijk ook tegen belanghebbenden inzetbaar.

De bouwer is overtreder van het verbod illegaal te bouwen, maar heeft het niet meer in zijn macht om aan de overtreding een einde te maken; het bouwwerk is immers verkocht. De eigenaar is rechthebbende/belanghebbende. Een last onder bestuursdwang wordt bekend gemaakt aan zowel de overtreder als belanghebbenden. In de last staat welke werkzaamheden door de belanghebbenden moeten worden verricht teneinde te voorko-men dat van overheidswege zal worden opgetreden. In de meeste gevallen zal dit sloop van het illegale bouwwerk inhouden. Bij uitblijven van maatregelen gaat het bestuursor-gaan over tot tenuitvoerlegging. De toepassing van bestuursdwang geschiedt op kosten van de overtreder, althans het bestuursorgaan kan de kosten op de overtreder verhalen.

Of de koper zijn schade vergoed krijgt van de verkoper hangt af van het bepaalde in de koopovereenkomst, hetgeen door de verkoper over de vergunningen aan de koper is medegedeeld en of er aanwijzingen waren naar aanleiding waarvan de koper onderzoek had moeten doen naar de aanwezigheid van de benodigde bouwvergunningen. In de meeste koopovereenkomsten is bepaald dat de verkoper instaat voor de vergunningen. Maar een koper die ervan op de hoogte was dat het bouwwerk illegaal was, kan zich hier niet op beroepen.


Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Handhaving bij instandhouding illegale bouwwerken

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief