Praktijkgebieden:
Het hing door de uitspraak van de Hoge Raad vorig jaar al in de lucht: het hof Arnhem heeft donderdag twee horecaondernemers zonder personeel veroordeeld tot een geldboete voor het niet naleven van het rookverbod.
Eerder oordeelden de gerechtshoven van Leeuwarden en Den Bosch nog dat de Tabakswet geen toereikende grondslag bood voor een rookverbod voor cafés zonder personeel. De Hoge Raad vernietigde vervolgens deze arresten en verwees de zaak door naar het gerechtshof in Arnhem. Dat hof veroordeelde gisteren dus de betreffende cafés tot een geldboete voor het overtreden van het rookverbod. Het hof schoof daarbij de verweren van de cafés (dat het rookverbod in strijd is met het recht van het ongestoord genot van eigendom (EVRM), gelijkheidsbeginsel en EG recht) terzijde. Hierbij overwoog het hof ten aanzien van de gestelde inbreuk op het eigendomsrecht, dat aan de wetgever een ruime beoordelingsmarge toekomt als het aankomt op de keuze van maatregelen die het algemeen belang dienen. De afweging tussen het algemeen belang en de belangen van de betreffende cafés achtte het hof niet disproportioneel.
Daarnaast verwierp het hof, in het kader van de strafbaarheid, het beroep op overmacht. De café-eigenaren stelden namelijk dat zij moesten kiezen tussen twee conflicterende belangen, enerzijds de opvatting dat naleving van de regelgeving binnen afzienbare tijd tot een faillissement zou leiden en derhalve het voortbestaan van het café in gevaar zou brengen en anderzijds de opvatting dat door het niet naleven van het rookverbod het voortbestaan van het café niet in gevaar zou komen. Volgens de café-eigenaren weegt de eerste stelling zwaarder. Het hof oordeelt dat slechts onder zeer bijzondere omstandigheden sprake is van een noodtoestand. Van deze zeer bijzondere omstandigheden is naar het oordeel van het hof geen sprake, omdat – kortweg gezegd – de wetgever in dit kader al een belangenafweging heeft gemaakt.
Meer lezen:uitspraak 1uitspraak 2
Paulien Beunk is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.