Praktijkgebieden: Bouwrecht
Volgens de UAV vindt in geval van bestekswijzigingen verrekening van meer- en min-derwerk plaats.
De opdrachtgever (of de directie) dient voor een bestekswijziging schriftelijk opdracht te geven, en de aannemer kan een opdracht tot bestekswijziging niet weigeren, en verder moet de prijs van een bestekswijziging zo spoedig mogelijk tussen opdrachtgever en aannemer worden overeengekomen.
Een duidelijke regeling, zou je zeggen, maar toch levert het soms problemen op, bijvoor-beeld wanneer de opdrachtgever wel tijdig de offerte van de aannemer ontvangt, maar hierop niet reageert.
De Raad van Arbitrage heeft vorig jaar hierover een uitspraak gedaan.
De situatie was zo dat, nadat de aannemer een bestekswijziging was opgedragen, de aannemer op 17 december 2008 offerte had uitbracht, waarop de opdrachtgever op 5 januari 2009 nog niet had gereageerd, waarna de aannemer het werk stillegde.
Arbiters overwogen dat opdrachtgever zich dient in te spannen om zo spoedig mogelijk tot een prijsvorming te geraken, teneinde bij de aannemer het vertrouwen te handhaven dat hij daadwerkelijk wenst mee te werken aan het tot stand komen van de juiste prijs voor het meerwerk, maar dat hem wel een redelijke termijn gegund moet worden om tot besluitvorming en mededeling daarvan aan de aannemer te komen.
In casu had opdrachtgever dit besluit volgens arbiters op 5 januari 2009 aan aannemer kenbaar kunnen maken. Door dit na te laten mocht aannemer eraan twijfelen of op-drachtgever wel in alle redelijkheid genegen was tot een prijsvorming ter zake te komen, en het daarmee gemoeide belang was voor aannemer groot genoeg om daar het gevolg van opschorting van zijn werkzaamheden per 5 januari 2009 aan te kunnen koppelen.
De les: de opdrachtgever moet, in geval van een bestekswijziging, in principe snel reageren op de offerte van de aannemer, en doet hij dat niet, dan mag de aannemer zijn verplichting om een bestekswijziging uit te voeren, opschorten, waarbij wel de voorwaar-de is dat het daarmee gemoeide belang voor de aannemer groot genoeg is.
Charles Smit is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.