Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
In een eerder blogje sprak ik over de persoonlijke aansprakelijkheid jegens schuldeisers van een CV. De bestuurder van de beherende vennoot van de CV had daar de verhaalsmogelijkheden doen verdwijnen door de CV te ontbinden en een nieuwe op te richten. In het licht van die blog bespreek ik vandaag wanneer een commanditaire vennoot van een CV zélf onder andere aansprakelijk kan worden gehouden. Dit aan de hand van een uitspraak van het gerechtshof Arnhem van 21 juli 2009.
In de onderhavige zaak heeft de commanditaire vennoot handelingen verricht die buiten zijn bevoegdheden als commandiet vallen. Hij heeft onder meer contact opgenomen met de schuldeisers van de vennootschap, welke later in staat van faillissement is verklaard. Ingevolge artikel 20 lid 2 Wetboek van Koophandel mag een commanditaire vennoot echter geen daden van beheer verrichten of in de zaken van de vennoot werkzaam zijn, zelfs niet uit kracht van een volmacht. Bij overtreding van dit verbod is de commanditaire vennoot, ingevolge artikel 21 Wetboek van Koophandel zelf hoofdelijk verbonden wegens alle (bestaande en toekomstige) schulden en verbintenissen van de vennootschap.De strekking van beide artikelen is niet het beschermen van een door de commanditaire vennoot bij derden eventueel opgewekt vertrouwen, maar om de commanditair ervan te weerhouden het verbod van artikel 20 lid 2 Wetboek van Koophandel te overtreden.
In de onderhavige zaak is de commanditair buiten zijn bevoegdheden getreden door direct contact te hebben met de schuldeisers van de vennootschap. Het hof heeft geconcludeerd dat het onmiskenbaar is voorbehouden aan een beherend vennoot om schuldeisers te benaderen, gesprekken met hen te voeren en betalingsregelingen te treffen. Het hof heeft hier een strenge maatstaf gehanteerd, door te concluderen dat al deze handelingen onder het beheersverbod vallen. Bovendien zag het hof geen enkele plaats voor matiging van het bedrag van de aansprakelijkheid of om de werking van het artikel op grond van de (beperkende werking van de) redelijkheid en billijkheid te beperken. De commanditaire vennoot is hier voor het gehele faillissementstekort aansprakelijk gehouden.
Kortom, let goed op welke handelingen u verricht als commanditaire vennoot, want de maatstaf die door het hof is gehanteerd is behoorlijk streng.
Rosemarie Franken is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.