Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De ministerraad heeft op het voorstel van minister Donner ingestemd om de deeltijd-WW beperkt te verlengen tot 1 juli 2011. De beperking houdt in dat na 1 april 2010 alleen nog werkgevers een aanvraag mogen doen die nog niet eerder gebruik hebben gemaakt van deeltijd-WW of werktijdverkorting.
De reden van deze beperkte verlenging is dat bepaalde sectoren, zoals bouw en scheepbouw, op langere termijn de gevolgen van de crisis ondervinden. De oorzaak daarvan is dat zij vaak met langlopende opdrachten te maken hebben, waardoor het bedrijf blijft na-ijlen na de economische crisis. De tijd dat een bedrijf na 1april 2010 nog gebruik mag maken van de regeling hangt af van het moment dat een bedrijf ermee begint en de omvang van het deel van het personeel waarvoor de deeltijd-WW wordt aangevraagd.
In december 2009 was nog besloten om de deeltijd-WW slechts te verlengen tot april 2010. Minister Donner had toen aangekondigd dat hij vanaf 2010 flink wilde inzetten op het vergroten van de “duurzame inzetbaarheid” (ofwel het vermogen, liefst snel, een andere baan te vinden) van werknemers. De deeltijd-WW is namelijk een crisismaatregel. Deeltijd-WW is bedoeld voor werkgevers die tijdens de crisis hun werknemers willen behouden. Niet alle werkgevers willen dat en een gezonde dynamiek is belangrijk om Nederland te herstructureren en concurrerend te houden in de wereld. Door de deeltijd-WW te lang open te houden wordt het economisch herstel belemmerd in plaats van gestimuleerd.
Het kabinet heeft daarom tevens de brief “Op weg naar herstel” aan de Tweede Kamer gestuurd, waarin de huidige stand van zaken op de arbeidsmarkt wordt toegelicht en maatregelen ter versterking van die markt in de toekomst worden aangekondigd. Het kabinet treft onder andere maatregelen om de positie van de ZZP-er (zelfstandige zonder personeel) te verbeteren. Er komen speciale informatieloketten voor ZZP-ers waar zij te raad kunnen gaan in moeilijke tijden. Tevens wordt de regeling voor het starten vanuit de WW als zelfstandig ondernemer eenvoudiger gemaakt.
Het kabinet stelt tevens geld beschikbaar voor het experiment “werk-naar-werk”. Het doel is dat werkgevers in een regio samenwerken, zodat een werknemer die ontslagen dreigt te worden tijdig aan een andere baan wordt geholpen. Ten slotte stelt het kabinet meer geld beschikbaar voor de reeds bestaande scholingsmaatregelen, zoals het ervaringscertificaat en scholingsbonussen.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.