Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
In deze weblog komt de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van een beherend vennoot van een CV jegens de schuldeisers van die CV aan de orde. Het gaat in dit geval om benadeling van een schuldeiser van een vennootschap door het onbetaald en onverhaalbaar blijven van diens vordering. Naast de aansprakelijkheid van een vennootschap en de aansprakelijkheid van een beherend vennoot van de vennootschap, kan ook de bestuurder van de beherende vennoot persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Aan de hand van een uitspraak van de Rechtbank Dordrecht van 11 november 2009 (JOR 2010/38) wordt dit vraagstuk besproken.
In de onderhavige zaak is tussen Verhespen en BVL Bouw CV een aannemingsovereenkomst tot stand gekomen. Van Leest is gevolmachtigde van BVL Bouw CV en tevens bestuurder van de beherend vennoot van BVL Bouw CV, Bass(f)ield Limited. Van Leest heeft als gevolmachtigde van BVL Bouw CV geoffreerd, gecontracteerd en de werkzaamheden uitgevoerd.
In juni 2008 heeft een kort geding plaats gehad, waarbij BVL Bouw CV en Bass(f)ield Limited, als beherend vennoot, hoofdelijk zijn veroordeeld tot betaling aan Verhespen van een voorschot op de schadevergoeding wegens wanprestatie. In de aanhangige bodemprocedure zijn BVL Bouw CV en Bass(f)ield Limited in oktober 2008 hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van het gehele bedrag van schadevergoeding wegens wanprestatie. Bass(f)ield is hier hoofdelijk aansprakelijk, omdat het een beherend vennoot is van BVL Bouw CV en bij een CV zijn alle vennoten hoofdelijk verbonden aan de vennootschap.
Per 1 juli 2008 blijkt BVL Bouw CV volgens de registratie van het handelsregister van de Kamer van Koophandel ontbonden te zijn. Per 26 juni 2008 blijkt BL Bouw CV te zijn ingeschreven in het handelsregister als nieuwe vennootschap. Van Leest is de gevolmachtigde van deze CV en verricht dezelfde activiteiten als hij eerder deed voor BVL Bouw CV. Van Leest is tevens bestuurder van de beherende vennoot (te weten Pimball Limited) van BL Bouw CV. Van Leest is dus weer exact dezelfde constructie aangegaan zoals bij BVL Bouw CV het geval was.
Verhespen voert voor zijn vordering in onderhavige zaak aan dat Van Leest, door als enig bestuurder van Bass(f)ield te besluiten om BVL Bouw CV te ontbinden, bestaande en toekomstige verhaalsmogelijkheden voor Verhespen heeft doen verdwijnen en zo de executie door Verhespen van de veroordelende vonnissen van juni en oktober 2008 heeft gefrustreerd. Daarvan kan hem persoonlijk een verwijt worden gemaakt.
De rechtbank heeft met zoveel woorden als volgt geoordeeld. In geval de bestuurder heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt en om die reden aansprakelijk zou zijn, mag in het algemeen alleen dan worden aangenomen dat de bestuurder jegens de schuldeiser van de vennootschap onrechtmatig heeft gehandeld waar hem, mede gelet op zijn verplichting tot een behoorlijke taakuitoefening een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt. De rechtbank verwijst daarbij naar de rechtspraak waarin de maatstaf is aanvaard dat persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van de vennootschap kan worden aangenomen wanneer zijn handelen of nalaten als bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Van een dergelijk ernstig verwijt zal in ieder geval sprake kunnen zijn als komt vast te staan dat de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade.
In onderhavige zaak acht de rechtbank bewezen dat Van Leest verwijtbaar onrechtmatig heeft gehandeld jegens Verhespen door als bestuurder van Bass(f)ield Limited omstreeks juni/juli 2008 de ontbinding van BVL Bouw CV te bewerkstelligen uitsluitend met het doel te voorkomen dat deze verhaal zou bieden voor de vorderingen van Verhespen. Van Leest heeft aldus niet het inzicht en de zorgvuldigheid betracht die van hem mogen worden verwacht als een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult en is derhalve aansprakelijk.
Het is dus belangrijk in de gaten te houden onder welke omstandigheden een vennootschap wordt ontbonden en zich daarbij goed te realiseren wat voor gevolgen dit kan hebben voor niet alleen de vennootschap zelf en de beherende vennoot, maar zeker voor de bestuurder van de beherende vennoot. Want die kan dus onder bepaalde omstandigheden persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.
Rosemarie Franken is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.