Praktijkgebieden: Bouwrecht
In het Tijdschrift voor Bouwrecht van deze maand (TBR 2010/31) staat een belangrijk arrest van het Hof Arnhem van 24 februari 2009 over kabel- en leidingschades (met noot van F.J. van Velsen).
In dit arrest wordt de kring van aansprakelijken voor de door graafwerkzaamheden ontstane schade aan ondergrondse kabels en leidingen uitgebreid met een categorie die tot heden steeds buiten schot is gebleven: de loonwerker/machineverhuurder.
Tot heden gold het uitgangspunt dat in geval van schade de zelfstandige aannemer de centrale aansprakelijke partij is, en dat bij verdere uitbesteding in onderaanneming, ook de onderaannemers aansprakelijk zijn, zolang er maar sprake is van aanneming van werk.
Dit verandert, zo was de heersende opvatting, als onderaan de graafketen – zo wordt dat wel genoemd – een partij verschijnt die alleen maar een bemande machine ter beschikking stelt.
Welnu, het Hof Arnhem oordeelt anders.
Ook de verhuurder van een bemande machine is aansprakelijk te achten voor eventueel ontstane schade aan ondergrondse infra, zodat ook op hem in beginsel een onderzoeksplicht rust ter voorkoming van schade aan ondergrondse kabels en leidingen.
Dit betekent bijvoorbeeld dat de machineverhuurder een KLIC-melding moet doen, zo nodig navraag moet plegen bij zijn opdrachtgever en zich dus niet meer achter deze kan verschuilen met het argument dat hij alleen maar een opdracht uitvoert.
Voor de leidingbeheerders levert het arrest duidelijkheid op. In de oude situatie moesten de leidingbeheerders van onderaf beginnend de eerste zelfstandige aannemer opzoeken, maar nu kunnen ze eigenlijk zonder meer de onderste in de graafketen aanspreken, zij het dat de onderste natuurlijk niet altijd de financieel meest aantrekkelijke partij is, maar dat is weer een geheel ander probleem.
Charles Smit is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.