Praktijkgebieden:
Het blijkt dat niet alle ouders gecharmeerd zijn van de sinds 1 maart 2009 ingevoerde verplichting om bij een verzoek tot echtscheiding een ouderschapsplan over te leggen, indien zij worden geconfronteerd met de verplichting om tekst en uitleg te geven over de door hen gemaakte afspraken.
Wat houdt dit ouderschapsplan in? Uit het ouderschapsplan moet blijken hoe de ouders de zorgtaken hebben verdeeld, op welke wijze ze elkaar informeren over aangelegenheden die betrekking hebben op de kinderen en wat ze hebben afgesproken over de kosten van opvoeding. Als laatste dienen de ouders aan de rechtbank te laten weten op welke wijze zij de kinderen hebben betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan. In de praktijk blijkt dat de rechtbanken verschillen van mening over de inhoud van een ouderschapsplan: de ene rechtbank wenst een meer concrete invulling van de afspraken dan de andere rechtbank.
Dit kwam bijvoorbeeld aan de orde in een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag. Het betreft hier een echtscheidingszaak op gemeenschappelijk verzoek, waarbij de ouders een echtscheidingsconvenant hebben gesloten met daarin onder meer afspraken over de kinderen én daarnaast een ouderschapsplan hebben opgesteld. De rechtbank overweegt dat de gemaakte afspraken te weinig concreet zijn ingevuld.
De ouders verweren zich met de stelling dat zij vrij zijn in de inrichting van hun familie- en gezinsleven en daarom kunnen volstaan met het overleggen van een globaal ouderschapsplan. Zij achten verdere inmenging door de rechter in strijd met internationale verdragen, bijvoorbeeld het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. De Haagse rechtbank passeert dit verweer en stelt dat de rechtbank in staat moet zijn de afspraken gemaakt tussen ouders te toetsen aan een ander verdrag, te weten het Internationaal Verdrag inzake van de Rechten van het Kind (IVRK). Tegen de wens van de ouders in, toetst de rechter in deze zaak of de gemaakte afspraken in strijd zijn met de belangen van de kinderen en waarbij de rechtbank aangeeft dat deze toetsing alleen mogelijk is als de afspraken voldoende concreet zijn ingevuld. En, zoals gezegd, overweegt de rechtbank dat hiervan geen sprake is omdat het initiatief tot het hebben van omgang bij de kinderen ligt en de rechtbank een dergelijke afspraak bij kinderen van 14 jaar of jonger altijd in strijd met het belang van het kind acht.
De rechtbank heeft vervolgens besloten om de zaak aan te houden: de ouders worden opgeroepen voor een zitting waar zij tekst en uitleg moeten geven over hun ouderschapsplan.
Joke Uittenhout is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.