Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De bouw heeft het zwaar te verduren de laatste tijd. De economische crisis zorgt voor een afname van werk en het aanwezige werk kon niet worden verricht door de extreem lange vorstperiode van de afgelopen weken.
In de CAO Bouwnijverheid is geregeld dat werkgevers het loon volledig moeten doorbetalen bij arbeidsverhindering in verband met weersomstandigheden. De werkgevers hebben dus een eigen risico in geval van vorst. Daarnaast is in de WW geregeld dat werknemers recht hebben op WW als zij wegens vorst, sneeuwval, hoog water of andere buitengewone weersomstandigheden niet kunnen werken. Die regeling uit de WW was echter niet op de bouwnijverheid van toepassing, omdat op basis van de CAO werkgevers al verplicht waren het loon door te betalen. Het recht op loondoorbetaling staat in de weg aan recht op WW.
De CAO partijen hebben daar nu verandering in aangebracht, door de CAO tijdelijk aan te passen. Partijen hebben afgesproken dat de werkgever bij onwerkbaar weer in de periode van 1 februari tot 1 april 2010 niet meer verplicht is het loon volledig door te betalen. Met toestemming van minister Donner hebben werknemers in de bouwnijverheid in de genoemde periode recht op WW in geval van onwerkbaar weer. Men noemt het de “Vorst-WW” omdat de uitkering voornamelijk zal worden gebruikt in geval van vorst.
Om de WW-uitkering te verkrijgen, moet de werkgever een aanvraag doen. Zodra de werkgever vaststelt dat er sprake is van onwerkbaar weer en de bouwplaats wordt stilgelegd, doet de werkgever een ‘melding onwerkbaar weer’ bij het UWV en vult namens zijn werknemers een WW-aanvraagformulier in. De werkgever dient zijn weknemers het gebruikelijke loon voor 100% door te betalen. Het UWV beoordeelt vervolgens de aanvraag en betaalt binnen 4 weken de WW-uitkeringen aan de werkgever uit. De uitkering bedraagt per werknemer de eerste 2 maanden 75% van het loon. De werkgever betaalt dus 25% van het loon nog steeds zelf. De uitkeringen komen volledig voor rekening van het sectorfonds voor de bouwnijverheid.
Deze “Vorst-WW-uitkering” staat ook open voor werknemers die al een Deeltijd WW-uitkering krijgen. De uitkering wordt dan afgegeven voor het aantal werkuren dat de werkgever voor deze werknemers had ingepland en waarop zij niet konden werken door het weer. De uren waarvoor een werknemer “Vorst-WW” krijgt, gelden als gewerkte uren voor de Deeltijd-WW.
Aangezien de nieuwe CAO regeling met terugwerkende kracht is ingevoerd (op 12 februari afgesproken, met ingang van 1 februari), zal het UWV tijdelijk een groot aantal aanvragen tegelijk moeten behandelen. Het UWV heeft al aangegeven dat de snelheid van betaling van de uitkeringen afhankelijk is van het aantal aanvragen. Het is echter de vraag of het nog gaat vriezen tot 1 april. Zo niet, dan heeft deze tijdelijke aanpassing van de CAO, op een week na, weinig voordeel gebracht voor de werkgevers in de bouwnijverheid.
Kissiwah Mireku is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.