Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Een aanvraag voor een bouwvergunning wordt getoetst aan het Bouwbesluit 2003. In dit Bouwbesluit staan technische normen, waaraan een bouwwerk moet voldoen. In het Bouwbesluit is veelvuldig verwezen naar de zogenaamde NEN-normen. NEN-normen over bijvoorbeeld bouwconstructies, brandveiligheid, geluidswering worden opgesteld door het Nederland Normalisatie Instituut (NNI) in samenspraak met andere private partijen als producenten, inspecteurs en consumentenorganisaties. Het auteursrecht is voorbehouden aan het NNI.
Volgens de Rechtbank Den Haag in een uitspraak van 31 december 2008 hebben de NEN-normen vanwege de verwijzing in het Bouwbesluit een algemeen verbindend karakter gekregen. Zie daarover onze bijdragen van 6 januari 2009 en 7 januari 2009. Omdat de NEN normen niet volgens de voorgeschreven wijze openbaar bekend zijn gemaakt, heeft de Rechtbank Den Haag voor recht verklaard dat de normen niet in werking zijn getreden en onverbindend zijn. Dit heeft tot gevolg dat een bouwvergunning niet aan de NEN normen behoeft te worden getoetst.
Dit is uiteraard niet de bedoeling van de wetgever geweest en de uitspraak van de Rechtbank Den Haag heeft voor nogal wat onrust gezorgd. Maar hoe moest dit worden opgelost? NEN normen zijn talrijk en wijzigen nog al eens. De Staat zou steeds opnieuw op de voorgeschreven wijze de normen openbaar bekend moeten maken. Erg praktisch is dit niet nu de normen ook via het NNI kenbaar zijn, zij het tegen betaling. Zodra NEN-normen openbaar bekend zijn gemaakt als algemeen verbindende voorschriften rust hier geen auteursrecht meer op (artikel 11 Auteurswet). Dit zou betekenen dat het NNI geen inkomsten meer zou verkrijgen uit het ter beschikking stellen van de normen aan marktpartijen. De Staat zou om gebruik te mogen maken van de NEN-normen een vergoeding moeten betalen aan het NNI.
De Staat is in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag. De Staat is van mening dat het systeem van verwijzen in wetgeving naar normen en andere private documenten deugdelijk is en in lijn met de Europese aanpak. Het Gerechtshof 's Gravenhage zal naar verwachting in 2010 een arrest wijzen.
Ondertussen heeft de Rechtbank 's Hertogenbosch in een uitspraak van 5 februari jl. een andere visie dan de Rechtbank Den Haag laten zien. De uitspraak had betrekking op de vraag of een bouwvergunning op goede gronden was geweigerd en welke onderdelen van het Bouwbesluit verbindende kracht hadden. De Rechtbank 's Hertogenbosch meent dat de NEN normen wel verbindende kracht hebben. Volgens de Rechtbank 's Hertogenbosch zijn de NEN normen weliswaar aan te merken als algemeen verbindend voorschrift, maar bestaat niet de verplichting tot bekendmaking. Artikel 3 Woningwet bepaalt dat in het Bouwbesluit kan worden verwezen naar nomen of delen van normen. In artikel 3 Woningwet is dus een uitdrukkelijke wettelijke basis gegeven voor de verwijzing naar de NEN-normen. De rechtbank over-weegt dat het kennelijk de bedoeling van de wetgever is geweest om de NEN normen reeds door middel van verwijzing het karakter van een algemeen verbindend voorschrift te geven. Als geen afwijking van de Bekendmakingswet zou zijn beoogd dan zou artikel 3 Woningwet een nodeloze bepaling zijn, aldus de rechtbank. De rechtbank heeft vanwege het toetsingsverbod van wetten in formele zin niet willen beoordelen of artikel 3 Woningwet in overeenstemming is met artikel 89 dat bepaalt dat algemene maatregelen van bestuur pas in werking treden nadat zij bekend zijn gemaakt.
Dit zou dus een uitweg kunnen zijn voor de Staat. Het te verwachten arrest van het Hof 's Gravenhage zal hierover mogelijk duidelijkheid geven. Dit wordt vervolgd!
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.