Praktijkgebieden: Bouwrecht
Kan een arbiter (persoonlijk) aansprakelijk gesteld worden voor de schade ten gevolge van een uitspraak, die achteraf door de gewone rechter vernietigd is? Deze vraag heeft de Hoge Raad beantwoord in zijn arrest van 4 december 2009.
Voorafgaand aan deze zaak had een arbitrageprocedure plaatsgevonden tussen de partijen Sago en Greenworld. In die procedure was aangevoerd dat de arbiters onbevoegd waren vanwege het ontbreken van een arbitrageovereenkomst. Ondanks dit verweer hebben arbiters een vonnis gewezen. Dit vonnis is vervolgens door de gewone rechter vernietigd op initiatief van de Greenworld, wegens de onbevoegdheid van de arbiters. Greenworld heeft daarop tegen de arbiters persoonlijk en het NAI (Nederlands Arbitrage Instituut) een vordering ingesteld, onder meer tot verklaring voor recht dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade ten gevolge van het onrechtmatige handelen en dat zij gehouden zijn tot vergoeding van die schade. Het onrechtmatig handelen zou bestaan uit het feit dat arbiters, ondanks het verweer dat een arbitrageovereenkomst ontbrak, welbewust hun bevoegdheid aannamen en veroordelende vonnissen jegens Greenworld wezen, waardoor zij inbreuk hebben gemaakt op haar recht om geschilbeslechting door de gewone burgerlijke rechter te laten plaatsvinden.
Zowel de rechtbank als het Hof hebben deze vordering afgewezen en ook de Hoge Raad wil in dit geval niet aan aansprakelijkheid van arbiters. De Hoge raad hanteert daarbij dezelfde maatstaf als voor gewone rechters. Aansprakelijkheid is alleen aanvaardbaar in uitzonderlijke gevallen, waarin blijkt dat de (scheids)rechter met betrekking tot de vernietigde uitspraak opzettelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld dan wel met kennelijke grove miskenning van hetgeen een behoorlijke taakvervulling meebrengt.
De achtergrond van deze leer is dat een wettelijke regeling van tegen rechterlijke beslis-singen aan te wenden rechtsmiddelen niet gebaseerd is op de gedachte dat slechts één uitspraak betreffende een tussen partijen gerezen geschil de juiste kan zijn. De regeling van de rechtsmiddelen stelt weliswaar de laatst gedane uitspraak boven de eerdere uitspraak, maar dat is geen grond de eerdere (scheids)rechterlijke beoordeling in de vernietigde uitspraak in beginsel voor onrechtmatig te houden. De (scheids)rechter moet in vrijheid en onbevangenheid over het hem voorgelegde geschil kunnen oordelen, waarbij over de beslissing van de zaak dikwijls in redelijkheid verschillend kan worden gedacht.
Dat deze leer al gold voor gewone rechtspraak is helder; een andere uitkomst zou een volstrekt onwerkbaar rechtssysteem opleveren met vorderingen tegen de rechter in de lagere instantie bij succes in hoger beroep. De Hoge Raad heeft nu vastgesteld dat arbitrage zelfde bescherming verdient.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.