Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Op maandag 23 november 2009 lieten de Ombudsman voor de financiële dienstverlening, de heer Wabeke, en de algemeen deken van de Nederlandse Orde van Advocaten, de heer Bekkers, weten dat zij vinden dat er een keurmerk of een gedragscode moet komen voor de organisaties die zeggen op te komen voor gedupeerden van banken en verzekeraars. De AFM liet eerder al weten dat de verschillende gedupeerden-organisaties op hun tellen moeten passen, vooral vanwege het mogelijk verrichten van AFM-vergunningplichtige activiteiten (verstrekken van financiële adviezen).
Hoe zo’n keurmerk of gedragscode eruit zou moeten komen te zien, bleef in de berichtgeving onbesproken. Welke instantie verstrekt een dergelijk keurmerk, ziet toe op naleving van de voorschriften, en wat kunnen en zullen de sancties zijn? Of is dat ook allemaal niet de bedoeling en is het met name een gebaar aan consumenten, die momenteel door de bomen het bos niet meer kunnen zien? Dat laatste lijkt het geval. Wabeke noemde expliciet het geval van de verschillende organisaties rondom de DSB Bank. Daar zouden zeker vijftien organisaties de belangen van gedupeerden behartigen, maar welke organisatie dat nu precies voor welke groep (het beste en/of voordeligst?!) doet, is voor veel consumenten onduidelijk.
Daarbij komt dat de curatoren in DSB vorige week naar buiten brachten geen collectieve regelingen met schuldeisers, gedupeerden (of de organisaties die hun belangen zeggen te behartigen) te willen sluiten. Al eerder was in het nieuws dat de twee bekendste stichtingen, Stichting Hypotheekleed (Pieter Lakeman) en Stichting Steunfonds Probleemhypotheken (Jelle Hendrickx) niet wilden ingaan op het verzoek van de curatoren om volmachten te verstrekken van gedupeerden die zij zeggen te vertegenwoordigen.Ook dit aspect van de mogelijke ondoorzichtigheid van de organisaties speelt een rol. Er moet natuurlijk altijd duidelijk zijn wiens belangen, tot op welke hoogte, worden behartigd. Als de curatoren al hadden overwogen om een collectieve regeling te sluiten met één van de organisaties hadden zij natuurlijk absoluut zekerheid willen hebben over wie de organisatie had gemachtigd om hen te vertegenwoordigen en tot bijvoorbeeld welk bedrag en welke onderwerpen, zodat zij konden vaststellen met wie zij feitelijk een overeenkomst aangingen.
Als het al komt tot een keurmerk of gedragscode, zal die richtlijnen moeten bevatten over hoe de organisaties hun (specifieke) doelstellingen en belangen die zullen worden behartigd kenbaar moeten maken. De wijze van betaling aan en de kosten van de organisatie zullen transparant moeten zijn, net als de kosten die de organisatie maakt. Ook de inhoud van de machtiging en/of opdracht tot belangenbehartiging van gedupeerden aan de organisatie zal aan de orde zijn.
Marieke Oosterhuis is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.