Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Het ministerie van Financiën gaat de regelingen voor onkostenvergoedingen versimpelen. Vanaf 1 januari 2011 kan de werkgever 1,4% van het salaris van alle werknemers samen onbelast in de vorm van onkostenvergoedingen uitbetalen. De werkgever mag het naar eigen inzicht over de werknemers verdelen ongeacht in welk belastingtarief zij vallen. Als die 1,4% op is, mag de werkgever alsnog onkosten vergoeden, maar tegen een vast belastingtarief van 80%. De werkgever hoeft slechts op werkgeversniveau aan de belastingdienst verantwoording af te leggen, in plaats van per individuele werknemer.
Op dit moment bestaat er een doolhof aan regeltjes voor onkostenvergoedingen, voor elke soort vergoeding geldt een andere (absurde) regel. Bijvoorbeeld, een fiets komt pas voor onkostenvergoeding in aanmerking als deze niet duurder is dan € 749,- en de accessoires niet meer dan € 82,- en minimaal 50% van de werkdagen wordt gefietst, telefoonkosten zijn alleen onbelast als meer dan 10% van het gebruik zakelijk is, een vergoeding voor computers is onbelast als het zakelijk gebruik aantoonbaar boven de 90% ligt, werkkleding mag alleen onbelast worden vergoed als het een duidelijk bedrijfslogo heeft van minimaal 70cm2 in totaal, etc.
Helaas lost de nieuwe regeling toch niet het hele doolhof op, want vergoeding voor laptop, etentjes, outplacement, verhuiskosten, reiskosten en scholingen vallen toch niet onder de nieuwe regels.
Kortom het doolhof is slechts hervormd in plaats van verdwenen. Werkgevers hebben tot 2014 de keuze om wel of niet gebruik te maken van de nieuwe regeling. Ik kan mij zo voorstellen dat het de gemiddelde werkgever wel 4 jaar zal kosten voor hij het nieuwe doolhof heeft doorgrond.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.