Praktijkgebieden:
In een arrest van afgelopen vrijdag heeft de Hoge Raad bepaald dat de strafrechtelijke ontruiming van kraakpanden niet is toegestaan. Daarmee bevestigt de Hoge Raad eerdere uitspraken van de rechtbank Groningen en het Hof Leeuwarden.
De politie mag hierdoor niet langer overgaan tot ontruiming van krakers die binnen een jaar na het ontstaan van leegstand hun intrek in een gebouw nemen. De wetsbepaling die dit mogelijk maakte (art. 429sexies Wetboek van Strafrecht) levert een onvoldoende kenbare en voorzienbare omschreven bevoegdheid van de politie op om het huisrecht ter zijde te stellen, aldus de Hoge Raad.
De uitspraak van de Hoge Raad komt op een verassend moment, nu in de Tweede kamer voorstellen zijn gedaan om het kraken in het geheel (strafrechtelijk) te verbieden.
Voor eigenaren van gekraakt onroerend goed is de uitspraak voorlopig slecht nieuws. Juist de strafrechtelijke ontruiming van krakers kon relatief snel worden bereikt, zodat langer gebruik door krakers kon worden tegengegaan. Ook vergde strafrechtelijke ontruiming geen processuele inspanningen van de rechthebbende, hetgeen hem de nodige kosten en moeite bespaarde. Thans zal de pandeigenaar echter zelf de gang naar de (civiele) rechter moeten maken. Dit kan overigens nog wel anders zijn als in of vanuit het kraakpand dermate ernstige verstoringen van de openbare orde plaatsvinden dat de burgemeester uit dien hoofde de ontruiming gelast. Gelukkig voor eigenaren is die grondslag voor ontruiming nog wel toegestaan.
Koen van den Berg is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.