Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Een gefailleerde kan een einde maken aan zijn penibele situatie door zijn of haar schuldeisers een akkoord aan te bieden. Het akkoord kan worden gezien als een overeenkomst tussen de gefailleerde en zijn schuldeisers, waarbij wordt afgesproken op welke wijze de schuldeisers voldoening van hun vordering zullen verkrijgen. Indien het akkoord wordt aangenomen eindigt het faillissement, wordt de gefailleerde kwijting verleend en kan deze weer verder met zijn onderneming, of in het geval van natuurlijke personen; zijn of haar leven. Ook de schuldeisers kunnen baat hebben bij een dergelijk akkoord. Zo kunnen de schuldeisers bij een akkoord een hogere uitkering tegemoet zien, dan wanneer zij de volledige afwikkeling van het faillissement zouden afwachten.
Hoe komt een akkoord tot stand?
Allereerst stelt de gefailleerde een ontwerp-akkoord op en legt deze ter inzage bij de griffie van de rechtbank. Vervolgens wordt het akkoord besproken op de verificatievergadering, waarna erover wordt gestemd. De gefailleerde mag tijdens de vergadering het (ontwerp-) akkoord toelichten en verdedigen.
Alleen de concurrente schuldeisers hebben de bevoegdheid om over het akkoord te stemmen. Preferente schuldeisers, zoals hypotheekverstrekkers of de Belastingdienst, mogen niet over het akkoord stemmen. Wel kunnen zij voorafgaand aan de stemming afstand doen van hun preferentie, zodat zij alsnog kunnen meestemmen.
Het akkoord wordt aangenomen indien een meerderheid van de ter vergadering verschenen schuldeisers er mee instemt. Zij moeten tezamen tenminste de helft van het bedrag van de concurrente schuldvorderingen vertegenwoordigen.
Indien een akkoord is aangenomen moet het, om verbindend te worden verklaard, door de rechter worden goedgekeurd, oftewel gehomologeerd. De rechtbank heeft de bevoegdheid om zonder enige beperking de homologatie te weigeren. De homologatie moet onder andere in de volgende gevallen worden geweigerd:
• indien de baten van de boedel de bij het akkoord bedongen som te boven gaan;• indien nakoming van het akkoord niet voldoende is gewaarborgd;• indien het akkoord op oneigenlijke wijze tot stand is gekomen;
Een gehomologeerd akkoord is verbindend voor alle concurrente schuldeisers. Het akkoord is eveneens verbindend voor de concurrente schuldeisers die hun vordering niet hadden ingediend of wanneer zij tegen het akkoord hadden gestemd.
De preferente schuldeisers worden niet gebonden of beperkt door het akkoord. Wel zijn deze vaak bereid om aan een dergelijk akkoord hun medewerking te verlenen. De Belastingdienst wil, indien zij meewerkt aan een akkoord, wel in ieder geval het dubbele percentage dat de concurrente schuldeisers krijgen ontvangen. Tevens moet het bedrag minimaal gelijk zijn aan het bedrag dat kan worden verkregen door middel van invorderingsmaatregelen.
Zodra het gehomologeerde akkoord in kracht van gewijsde is gegaan, eindigt het faillissement. De curator zal vervolgens zorg dragen voor de bekendmaking daarvan in de Staatscourant.
Tristan Vos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.