Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In mei van dit jaar schreef ik over het zogenaamde “enkele feitcriterium”: een school (of welke andere werkgever dan ook) mag geen sollicitant weigeren vanwege het enkele feit dat deze homoseksueel is. Wel heeft de regering destijds bij het opstellen van de AWGB scholen de ruimte willen laten invulling te geven aan hun levensbeschouwing, die zoals genoegzaam bekend mag worden beschouwd niet altijd homovriendelijk is.
Inhoud van het criterium was dat weigering alleen wegens (dus op grond van het enkele feit van) geaardheid niet mocht, maar dat bijkomende omstandigheden zouden kunnen betekenen dat iemand toch niet binnen de beschouwing van een school zou kunnen passen. Wat die bijkomende omstandigheden zouden kunnen zijn is nooit vastgesteld.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken geeft nu aan dat het enkele feitcriterium uit de wet zal worden gehaald, zonder dat er iets verandert. In de woorden van het ministerie: “Als de bewoordingen van de Europese regels in de wet worden overgenomen, verandert de bescherming van individuen tegen discriminatie niet, net zo min als de ruimte voor instellingen op levensbeschouwelijke en godsdienstige grondslag om eisen te stellen ter verwezenlijking van hun grondslag.”
Wat betekent dat nu feitelijk? Goeie vraag. Het zou voor de scholen misschien geruststellend moeten klinken dat hun ruimte niet verandert, maar wat was die ruimte? Die is er niet. Discriminatie op grond van geaardheid is verboden, ook voor een confessionele school. En bijkomende omstandigheden – ik heb al eerder betoogd dat die nooit “bijkomend” kunnen zijn: de geaardheid kan daarbij naar mijn mening ook geen rol spelen.
D66 is boos omdat het kabinet nog steeds geen duidelijke uitspraak doet om de positie van homoseksuele leerkrachten te verstevigen. Maar de SGP (voor het gemak maar even aan te duiden als de tegenhanger in het politieke spectrum op dit gebied) is ook niet gerust; die constateert slechts dat het geen verslechtering is, maar ook geen verbetering van de positie van de confessionele school op dit punt.
De minister heeft gelijk: er verandert dor de wetswijziging niets, óók niet aan de uitgesproken zwabberende houding die de achtereenvolgende regeringen blijven innemen. Je vraagt je af waarom ze dan de moeite doen tot die wetswijziging.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.