Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Dat een werkgever aansprakelijk kan zijn voor de geleden schade van een werknemer die door zijn werkzaamheden burn-out klachten heeft gekregen is inmiddels bekend. Wij hebben daarover ook al diverse malen geschreven. Dat een Uitvoeringsinstantie aansprakelijk kan zijn voor de schade die een beroepszieke werknemer lijdt is echter nog niet eerder aan de orde geweest.
Toch maakte het Bureau Beroepsziekten FNV onlangs op haar website bekend dat zij het UWV met succes aansprakelijk heeft gesteld voor de schade die een werknemer heeft geleden door burn-outklachten.
Het betrof een man die na een dienstverband van 14 jaar als leidinggevende betrokken raakte bij een bij een kennelijk moeizaam verlopen fusie en zich eind 1998 ziek moest melden met burn-outklachten. Niet een heel ongebruikelijk scenario. Met een goede begeleiding kan een door zo’n oorzaak overspannen geraakte werknemer meestal vrij snel weer aan de slag. Aan die begeleiding, die (toen nog) van de toenmalige uitvoeringsinstantie GUO (inmiddels UWV) diende te komen, schortte het echter flink.
De werknemer werd doorverwezen naar een arbeidsdeskundige, maar daar kon hij pas in april 1999 (!) terecht. De werknemer wilde inmiddels graag weer aan het werk, en de arbeidskundige zegde de man toe hierover “onmiddellijk” contact op te nemen met de werkgever. De arbeidskundige ondernam echter geen actie en herhaalde pogingen van de werknemer om in contact te komen met het UWV strandden op nietszeggende berichtjes als zou men met zijn zaak “bezig zijn”. Eerst in 2000 vernam de werknemer weer wat van het UWV: een officieel bericht dat hij niet meer in staat zou zijn eigen functie bij zijn werkgever uit te oefenen.
Door de lange onzekerheid én deze naar de mening van de werknemer volledig onjuiste uitkomst, verergerden zijn klachten en is hij (alsnog) volledig arbeidsongeschikt geworden. De man stapte daarop naar de raad van Toezicht Arbeidskundigen. Deze stelde de werknemer in het gelijk en oordeelde dat de arbeidsdeskundige inadequaat had gehandeld en tot de verkeerde conclusie was gekomen.
Het Bureau Beroepsziekten van het FNV heeft daarop, verwijzende naar deze uitspraak van de Raad van Toezicht Arbeidsdeskundigen, het UWV aansprakelijk gesteld voor de geleden schade van de werknemer. Uiteindelijk is een schikking bereikt en een schadevergoeding betaald van meer dan € 300.000,-.
Tegenwoordig is de begeleiding van zieke werknemers veel meer in handen van werkgever en werknemer samen, wat het lastig maakt om deze kwestie te beoordelen. Onwillekeurig vraag je je af waar de werkgever van deze mijnheer in dit alles was? Had nu echt niemand eerder aan de bel kunnen trekken? Ook in 2000 was toch al wel bekend dat een “simpele overspannenheid” niet langer dan een jaar behoort te duren…Enfin, een herhaling zal zich gezien de sindsdien veranderde omstandigheden niet snel voordoen. Hoe dan ook is het goed om te weten dat het UWV – dat nog steeds een belangrijke rol speelt, bij zieke werknemers, maar nu vooral als beoordelaar van de inspanningen van de werkgever – niet boven het maken van fouten verheven is, en evenmin boven het vergoeden van toegebrachte schade.
Voor werkgevers, die inmiddels grotendeels de rol van de GUO hebben overgenomen, is deze uitspraak wellicht een aansporing niet dezelfde fout te maken. In de huidige situatie was het immers de werkgever geweest die die drie ton had moeten betalen.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.