Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
De surseance van betaling is een algemeen uitstel van betaling voor alle concurrente schuldeisers. Een surseance van betaling is minder definitief dan een faillissement en wijkt ook in een aantal andere opzichten af. Een aanvraag wordt in het geval van een besloten vennootschap door de bestuurder gedaan. In tegenstelling tot bij een faillissementsverzoek is er geen aandeelhoudersbesluit of opdracht van de aandeelhouders aan de bestuurder noodzakelijk. Het bestuur van de vennootschap moet voorzien dat de vennootschap niet zal kunnen voortgaan met de betaling van haar opeisbare schulden. Wel moet er de (reële) verwachting zijn dat er op termijn wel weer zal kunnen voortgegaan met de betaling van schuldeisers.
Een surseance van betaling wordt in eerste instantie voorlopig verleend. De rechtbank bepaalt vaak een datum waarop de schuldeisers (en de bewindvoerder) zich moeten uitlaten over het verlengen althans definitief verlenen van de surseance van betaling. In ieder geval tot die tijd hoeft de vennootschap haar opeisbare schulden niet te betalen en worden eventuele executiemaatregelen (beslagen) geschorst. Daarnaast geldt er vaak een zogenaamde afkoelingsperiode. Die afkoelingsperiode helpt om ook preferente schuldeisers, die niet worden geraakt door de surseance van betaling (anders dan door een faillissement), voorlopig op afstand te houden. De pand- of hypotheekhouder zou anders namelijk de uitwinning van zekerheidsrechten ongeacht de surseance voort kunnen zetten.
De rechtbank benoemt bij het verlenen van de (voorlopige) surseance van betaling, een rechter-commissaris en een bewindvoerder. De bewindvoerder heeft min of meer een vergelijkbare rol als de curator in een faillissement, maar de bewindvoerder heeft minder bevoegdheden. Daartegenover staat dat de bevoegdheden van de bestuurder van een vennootschap in een surseance groter zijn dan die van een bestuurder van een failliete vennootschap. De bestuurder van een in surseance verkerende vennootschap heeft voor het nemen van beslissingen die het vermogen van de vennootschap raken, instemming c.q. machtiging nodig van de bewindvoerder. De bewindvoerder voert samen met de schuldenaar het beheer over diens zaken, aldus artikel 215 Faillissementswet. Voor overige zaken, zoals de te voeren strategie, blijft de bestuurder zelf bevoegd. Ook de rechter-commissaris heeft een andere rol dan in een faillissement, waar hij toezicht houdt op de curator. Dat is in een surseance niet het geval; de rechter-commissaris heeft ‘slechts’ een adviserende rol.
Op het door de rechtbank bij het verlenen van de voorlopige surseance bepaalde tijdstip, en het liefst daarvoor al, moet duidelijk zijn of de crediteuren zullen instemmen met de definitieve verlening van de surseance van betaling. De bewindvoerder heeft een rol in deze inventarisatie, en ook in de beoordeling van de slagingskans van een surseance, althans de vooruitzichten op betaling van crediteuren. Als dat niet het geval lijkt te zijn, of in ieder geval al niet de boedelschulden kunnen worden voldaan, moet de bewindvoerder de rechtbank verzoeken om de surseance in te trekken, waarbij veelal gelijktijdig een faillissement zal worden uitgesproken. In dat geval zal meestal de bewindvoerder als curator worden aangesteld.
Marieke Oosterhuis is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.