Praktijkgebieden:
Deze week werd door FNV Bondgenoten aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie tegen het logistiek bedrijf Flextronics in Venray. Bij dit bedrijf zouden werknemers zijn blootgesteld aan giftige gassen afkomstig uit vervoerscontainers. Diverse werknemers zouden daardoor ernstige gezondheidsschade hebben opgelopen. FNV Bondgenoten had daarmee een primeur, omdat haar aangifte hoogstwaarschijnlijk zal leiden tot de eerste strafrechtelijke vervolging in Nederland wegens dergelijke feiten. Tot nu toe werden daarvoor enkel schadevergoeding gevorderd in civiele procedures. Maar wat houdt dit eigenlijk voor Flextronics in?
Allereerst zal de vervolging zich niet alleen tegen Flextronics als bedrijf kunnen richten, maar ook tegen haar bestuurders. Dit is van belang aangezien Flextronics als rechtspersoon alleen tot een geldboete, maar niet tot een vrijheidsstraf kan worden veroordeeld. Haar bestuurders kunnen dat wel. Vervolgens rijst uiteraard de vraag welke straffen Flextronics en haar bestuurders mogelijk boven het hoofd hangen.
Het Wetboek van Strafrecht biedt daarvoor twee mogelijkheden, die naar gelang hun hoogte een oplopende bewijslast op het Openbaar Ministerie leggen. Allereerst is vervolging mogelijk op basis van het veroorzaken van lichamelijk letsel dat de werknemer ziek maakt waardoor hij zijn beroep niet meer zou kunnen uitvoeren. Hierop staat een maximale geldboete van de vierde categorie (max. € 18.500,-) of een gevangenisstraf van maximaal een jaar. Deze gevangenisstraf bedraagt maximaal twee jaar indien sprake is van zwaar lichamelijk letsel.
Hoewel deze straffen niet bijster hoog lijken, moet worden aangetekend dat het hiervoor genoemde delict geen opzet aan de kant van Flextronics vereist. Voldoende is het bewijs dat Flextronics wist of had moeten weten van het gevaar dat zij haar werknemers liet lopen.
Dit is anders indien Flextronics en haar bestuurders zouden worden vervolgd wegens mishandeling. Opzettelijke benadeling van de gezondheid wordt daarmee gelijkgesteld. Afhankelijk van de zwaarte van het letsel en het eventueel daaruit volgen van de dood, kunnen gevangenisstraffen van maximaal drie tot maximaal zes jaar worden opgelegd. Daarbij zou op het Openbaar Ministerie dan wel de taak rusten om te bewijzen dat Flextronics haar werknemers opzettelijk zou hebben blootgesteld aan de geleden gezondheidsschade.
Dit zal voor het OM een lastige taak zijn. Het zal immers moeilijk kunnen worden bewezen dat deze schade niet alleen het gevolg is van onzorgvuldig handelen, maar dat Flextronics die schade ook op zich heeft willen toebrengen. Welke werkgever wenst dit immers?
Om toch van opzet te kunnen spreken, zal het OM daarom moeten stellen en aantonen dat sprake is van zogenaamd ‘voorwaardelijk opzet’. Flextronics moet daarvoor ‘bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard’ dat haar werknemers in hun gezondheid zouden worden aangetast. Indien kan worden aangetoond dat Flextronics wist van de giftige stoffen in haar containers en de blootstelling van haar werknemers daaraan, dan is voorwaardelijk opzet aanwezig. Een vervolging wegens mishandeling zou in dat geval kansrijker zijn. Het is natuurlijk de vraag het OM een dergelijke voorwaardelijke opzet kan aantonen. Wordt vervolgd.
Koen van den Berg is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.