Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De vraag of een arbeidsovereenkomst automatisch eindigt als de werknemer 65 wordt, is actueel. Onlangs schreven we over een situatie waarbij een rechter oordeelde dat dat niet het geval was, omdat in die situatie noch de CAO, noch de overeenkomst dat bepaalden. In een andere zaak oordeelde de kantonrechter Dordrecht over een CAO-bepaling die wel voorschrijft dat de arbeidsovereenkomst bij 65 van rechtswege eindigt.
Het ging in deze zaak om een werknemer die na het bereiken van zijn 65ste was blijven werken bij de werkgever. De werknemer werd ziek op zijn 68ste waardoor een been moest worden geamputeerd. Hij kon daardoor nooit meer aan het werk. De werkgever verzocht daarop de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden zonder toekenning van een vergoeding.
In de toepasselijke CAO staat dat de arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de leeftijd van 65 van rechtswege eindigt. Ook stelt de CAO dat arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd vaker dan twee keer mogen worden verlengd, en dan nog steeds van rechtswege eindigen.
De kantonrechter overwoog dat de arbeidsovereenkomst die was gesloten toen de werknemer 65 werd, er een van bepaalde tijd was. Hij sloot daarbij aan bij de gewone regels van verlening van een stilzwijgende verlenging van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd: die verlenging geldt namelijk voor de dezelfde tijd als de eerste overeenkomst, met een maximum van een jaar. De rechter vond dit voor de hand liggen nu de arbeidsovereenkomst, die van rechtswege eindigde op de 65-jarige leeftijd van de werknemer, kon worden gelijkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. En omdat de CAO een ongelimiteerd aantal verlengingen toestaat, eindigde de arbeidsovereenkomst van rechtswege. De kantonrechter ontbond, en kende een vergoeding toe die de periode overbrugde tot het einde van het dienstverband – en dat was (maar) één maand.
Er is wel wat af te dingen op de uitspraak – met name de stelling dat een arbeidsovereenkomst die eindigt als de werknemer 65 wordt een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is (of daarmee moet worden gelijkgesteld) is twijfelachtig; dit geldt temeer nu de CAO ook expliciet aangaf dat na de leeftijd van 65 zowel arbeidsovereenkomsten voor bepaalde als voor onbepaalde tijd konden worden aangegaan. De belangrijkste les is – en blijft – dat het nuttig is een bepaling te hebben dat het dienstverband eindigt bij 65. Staat dat niet in de CAO en de werkgever wil die leeftijdsgrens aanhouden, dan moet dat dus in de arbeidsovereenkomst worden opgenomen.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.