Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Het kabinet heeft afgelopen vrijdag een akkoord bereikt over de Crisis- en herstelwet. Met deze wet wil het kabinet de gevolgen van de economische crisis voor de bouwsector enigszins verzachten.
Onder de wet komen in ieder geval 58 grote projecten te vallen die door de overheid versneld zullen worden uitgevoerd. Het betreft projecten op het gebied van infrastructuur, bevordering van de stedelijke ontwikkeling en kustverdediging die van belang zijn voor de werkgelegenheid. Hieronder vallen bijvoorbeeld de gebiedsontwikkeling van de Noordelijke IJoevers in Amsterdam, de stadshavens in Rotterdam, maar ook de A6/A9 tussen Schiphol en Almere en de middenpassage A2 bij Maastricht.
Het is de bedoeling dat door invoering van de wet bestuursrechtelijke procedures worden versneld. Een veel gehoorde klacht uit de bouwsector is immers de veelal langdurende bestuursrechtelijke procedure. Voor projecten die vallen onder de Crisis- en herstelwet zal de rechter in een beroepsprocedure binnen 6 maanden na ontvangst van het beroepsschrift uitspraak moeten doen. Een versnelling van minstens een half jaar voor procedures die bij de Afdeling Bestuursrechtspraak bij de Raad van State lopen. Daarnaast maakt het wetsvoorstel mogelijk om een klein gebrek in het besluit te passeren zolang er geen belanghebbenden worden benadeeld en worden beroepsprocedures tussen overheden onderling beperkt. Tenslotte wordt het relativiteitsvereiste geïntroduceerd dat met zich mee brengt dat belanghebbenden in de beroepsfase alleen nog een beroep kunnen doen op rechtsregels die hun eigen belang treffen.
Het wetsvoorstel ziet verder op een versoepeling van de milieueffectrapportageprocedure. Voor de hierboven genoemde projecten zal niet langer een advies van de commissie voor de milieueffectrapportage zijn vereist. Tevens hoeven alternatieven niet langer in kaart te worden gebracht.Nieuw is ook dat het kabinet milieuontwikkelingsgebieden gaat aanwijzen, waarin sommige regelgeving buiten werking zal blijven. Het is nog niet duidelijk welke gebieden het betreft.De hierboven aan de orde gekomen wijzigingen zijn slechts tijdelijk van aard. Het wetsvoorstel brengt verder nog permanente wetswijzigingen op het gebied van de Natuurbeschermingswet (minder vergunningen) en verbeteren van de procedures rond Natura 2000-gebieden. Ook zal de Onteigeningswet aangepast worden. Deze permanente wijzigingen zullen overigens niet alleen gelden voor de aangewezen projecten.
De verwachting is dat de wet vanaf 1 januari 2010 in werking zal treden en op 1 januari 2014 vervalt. Het wetsvoorstel zal daarom, nadat de Raad van State advies heeft uitgebracht, in het najaar al door het parlement worden behandeld. Er komen dan ongetwijfeld meer details naar buiten. Dan zal ook blijken of het – op het eerste zicht brede, maar algemeen geformuleerde pakket aan maatregelen – een echte verandering in de praktijk teweeg zal kunnen brengen.
Paulien Beunk is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.