Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Ook wanneer een onderneming op grond van het aantal werknemers niet verplicht is een Ondernemingsraad in te stellen, kan afwezigheid van een Ondernemingsraad tot nadelige gevolgen voor de ondernemer leiden. Dit ondervond een bouwbedrijf te Enschede.
Op de arbeidsovereenkomsten tussen de onderneming en haar werknemers was de Cao voor het bouwbedrijf van toepassing. In deze Cao was opgenomen dat reisuren die worden gemaakt voor woon-werkverkeer moesten worden vergoed, met uitzondering van het eerste uur. Afwijking van deze bepaling was mogelijk, mits hiertoe met de Ondernemingsraad overeenstemming was bereikt.
De onderneming had geen Ondernemingsraad maar wel met alle werknemers gezamenlijk in een werkoverleg afgesproken dat zij een afwijkende regeling wenste. De werkgever gaf aan de reisvergoeding te willen betalen indien de werknemers daadwerkelijk hun volle arbeidstijd, acht uur per dag, op het werk aanwezig waren. Desgewenst mochten de werknemers ook onder werktijd reizen, in ruil waarvoor zij zouden afzien van de reiskostenvergoeding. Alle werknemers hadden altijd unaniem voor het laatste gekozen.
De werkgever was ervan overtuigd hiermee een aan de CAO gelijkwaardige regeling te hebben getroffen. Immers, de werknemers werkten gemiddeld bijna 25% minder dan waartoe zij op basis van hun arbeidsovereenkomst verplicht waren en ontvingen derhalve feitelijk een hoger brutoloon dan het CAO-loon. Daarmee werd de niet-betaalde reiskostenvergoeding in de ogen van de werkgever ruimschoots gecompenseerd.
De kantonrechter dacht hier anders over. De kantonrechter oordeelde op verzoek van een werknemer die aanspraak maakte op de reiskostenvergoeding, dat de werkgever in strijd met de CAO had gehandeld door af te wijken van de CAO zonder daartoe een regeling met de Ondernemingsraad te hebben getroffen. Dat er überhaupt geen Ondernemingsraad was en ook niet hoefde te zijn deed daar naar de mening van de rechter niet aan af, evenmin als het feit dat er met alle werknemers in gezamenlijk overleg een afwijkende regeling was getroffen.
Liesbeth Heidstra is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.