Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Recent heeft het Hof Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin de vraag centraal stond of een te laat ingediend bezwaarschrift (tegen een belastingaanslag) terecht niet ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank in Haarlem oordeelde dat onvoldoende aannemelijk was gemaakt dat het niet mogelijk was om binnen de bezwaartermijn een bezwaarschrift in te dienen dan wel een gemachtigde in te schakelen die dit kon doen. Het Hof was echter van oordeel dat belanghebbende (ten gevolge van het verlies van een been) reeds geruime tijd leed aan fantoompijnen en PTSS (post-traumatisch-stress-syndroom) hetgeen hem heeft belet zijn belangen op een behoorlijke manier te (laten) behartigen en tijdig in bezwaar te komen. Dit liep dus goed af, de inspecteur moest opnieuw uitspraak doen. Maar meestal loopt het anders.
Indien een bezwaar of beroepschrift te laat wordt ingediend leidt dit in beginsel tot niet-ontvankelijkheid. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben want daarmee is het recht om te ageren definitief verspeeld. In uitzonderlijke gevallen kan een te laat ingediend beroep of bezwaarschrift toch behandeld worden. Dat is echter alleen het geval indien de indiener aannemelijk kan maken dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat sprake is van verzuim (artikel 6:11 Awb). Deze zogenaamde verschoonbare termijnoverschrijding wordt niet snel aangenomen. Zelfs wanneer het bestuursorgaan de mogelijke rechtsmiddelen vergeet te vermelden is dit niet voldoende om termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Er moeten bijkomstige bijzondere omstandigheden zijn. Ook (persoonlijke) omstandigheden, zoals het niet kunnen lezen van een Nederlandstalig besluit, het niet ontvangen van het huis- aan-huis blad waarin een besluit bekend wordt gemaakt of op vakantie zijn geven geen reden voor het aannemen van verschoonbaarheid. In dat laatste geval moet men maar zorgen voor een adequate regeling ter behartiging van de belangen. De moraal van het verhaal: Als u het niet eens bent met een besluit, let dan goed op de termijn waarbinnen u bezwaar kunt maken. En maak de komende (zomer-)vakantie goede afspraken over waarneming van uw lopende zaken. Want niet op tijd is meestal écht te laat!
Martine Goosens is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.