Praktijkgebieden: Vastgoed
Soms is het voor de één mogelijk een persoonlijk gebruiksrecht op het eigendom van een ander te laten gelden. Dit geeft de rechthebbende dan het persoonlijk recht jegens de ander om diens eigendom te betreden en/of daar iets mee te doen. Uiteraard moet de ander wel zijn toestemming geven.
Dit persoonlijk gebruiksrecht onderscheidt zich van zaaksgebonden rechten die rusten op het eigendom en zonder onderscheid des persoons werken, zoals een erfdienstbaarheid van overpad. Uit dat verschil vloeit voort dat de rechthebbende zijn gebruiksrecht kan verliezen wanneer de eigenaar-contractspartij diens eigendom aan een ander overdraagt en de nieuwe eigenaar niet contractueel aan het gebruiksrecht bindt. Volgens vaste rechtspraak is dit alleen anders ingeval bijzondere omstandigheden dat bepalen.
Dit overkwam ook de eigenaar van een aantal paarden met zijn naburige manegehouder overeengekomen zijn paardenmest te mogen storten op de mesthoop van de manege. De manegehouder verkocht de zaak aan zijn dochter, zonder haar contractueel aan het gebruiksrecht van de buurman te binden. Zij ontzegde de buurman vervolgens de toegang tot de meststortplaats.
Waren er vervolgens bijzondere omstandigheden die maakten dat de dochter toch gebonden was aan het gebruiksrecht van de buurman? Deze vond van wel omdat de dochter reeds jaren op de hoogte was van het gebruiksrecht en van een eerder daarover gevoerd kort geding. De buurman verkreeg bij de rechtbank en in hoger beroep dan ook het gunstige oordeel dat het storten van zijn paardenmest hem moest worden toegestaan.
De Hoge Raad zette echter een streep door dit oordeel. De enkele bekendheid van de dochter met het gebruiksrecht is onvoldoende om het uitgangspunt dat het gebruiksrecht geldt tussen de partijen die het zijn overeengekomen, te doorbreken. Hiervoor is nodig dat de nieuwe eigenaar ook handelt in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid door de voortzetting van het gebruikrecht niet toe te staan. Om de vraag te beantwoorden of daarvan in dit geval sprake was, werd de manegezaak terugverwezen naar het gerechtshof.
Koen van den Berg is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.