Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Veel gelijke behandeling deze week. De ophef over het handen geven is nog niet voorbij of de positie van homoseksuele leraren op christelijke scholen is weer actueel.
Een kleine twee jaar geleden schreef ik over een school die aangaf geen homoseksuele leraren aan te nemen. De Commissie Gelijke Behandeling oordeelde dat dat niet kon, maar omdat het ging om beleid en niet om een specifiek geval bloedde die zaak dood. De CGB adviseerde de school het beleid nader toe te lichten, maar voor zover bekend is die school daar nooit meer op teruggekomen.
Nu doet zich wel een specifiek geval voor. Een leraar heeft op een School met de Bijbel in Emst, een plaats op de Veluwe, aangegeven dat hij homoseksueel is, waarna de school hem heeft geschorst. De school is met de leraar in gesprek over een “mogelijke oplossing”, zo heeft de school laten weten, maar de school heeft ook laten weten dat het dienstverband van de leraar niet kan worden voortgezet. De geaardheid van de leraar staat op gespannen voet met de grondslag en de doelstellingen van de school.
De leraar heeft aangegeven het niet nodig te vinden de zaak voor te leggen aan de Commissie Gelijke Behandeling, maar het COC heeft de zaak opgepakt en zegt de zaak daar toch te gaan aanbrengen. Dat is een goede zaak, omdat dat hopelijk eindelijk eens jurisprudentie gaat opleveren over een van de vreemdste (en, eerlijk gezegd, meest hypocriete) onderdelen van de gelijke behandelingswetgeving: het zogenaamde enkele-feitcriterium.
Bij de totstandkoming van de gelijke behandelingswetgeving wilde het parlement weten of een christelijke school nu wel of niet een homoseksuele leerkracht zou kunnen weigeren vanwege het enkele feit van diens geaardheid. De minister zei dat het antwoord daarop duidelijk was: dat kon niet. Maar, zo vervolgde hij, het was niet uitgesloten dat er bijkomende omstandigheden zouden zijn die toch met zich zouden brengen dat een school zo iemand kon weren. De vraag is dan natuurlijk: welke bijkomende omstandigheden? Dat iemand “uit de kast” is, een relatie heeft, samenwoont, wellicht zelfs getrouwd is (met iemand van hetzelfde geslacht)? Dat is onwaarschijnlijk, omdat de CGB al van oordeel is dat al die zaken geen bijkomende zaken zijn maar horen tot de “kern” van iemands wezen. Dus: als je iemand niet mag afwijzen vanwege zijn geaardheid, mag je dat ook niet omdat zo iemand (bijvoorbeeld) samenwoont met iemand van hetzelfde geslacht.
De school beroept zich op de vrijheid van godsdienst en onderwijs, maar die is, zo blijkt al uit de opstelling van de regering destijds, niet absoluut (zoals overigens geen enkele vrijheid dat is, maar dat terzijde). Het enkele feit is niet voldoende om de gelijke rechten van homoseksuele leerkrachten ondergeschikt te maken, er moeten bijkomende omstandigheden zijn. Algemeen wordt aangenomen dat die niet bestaan. Er zijn natuurlijk omstandigheden te over te verzinnen waarom iemand niet als leerkracht geschikt zou zijn, maar die houden geen verband met hetero- of homoseksuele geaardheid. Aangenomen wordt ook dat daarom de school van twee jaar geleden nooit opnieuw het beleid heeft laten toetsen: dat zal waarschijnlijk wederom geen genade vinden in de ogen van de CGB. Hetzelfde is te verwachten ten aanzien van deze leraar.
De zaak speelt in een tijd dat het onderwerp toch weer actueel is. Minister Plasterk van Onderwijs heeft onlangs zijn “homobrief” aan de scholen gestuurd (met dezelfde strekking als het enkele feitcriterium), de christelijke partijen zijn boos en vinden dat de minister de vrijheid van onderwijs aantast, en D66 heeft aangegeven met een initiatiefwet te komen om dat criterium juist in te perken. Wordt vervolgd!
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.