Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
In een onlangs gepubliceerde uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 4 februari 2009 (TBR 2009/86 m.nt. Nijmeijer) oordeelde de Afdeling dat het de taak is van de gemeenteraad en niet van de burger om te onderzoeken of een wijziging van het bestemmingsplan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
In dit geval waren gronden door de gemeenteraad aangewezen als agrarische bestemming, hoewel eerder schriftelijk een woonbestemming was toegezegd. De reden voor het niet toekennen van de woonbestemming was volgens de gemeenteraad dat appellant voor de nieuwbouwplannen geen goede ruimtelijke onderbouwing had gegeven. Vanwege de eigen onderzoeksplicht van Burgemeester en Wethouders ex artikel 9 Bro en de eerder gedane toezegging achtte de Afdeling dit niet aanvaardbaar en werd goedkeuring onthouden aan dit plandeel.
Uit deze uitspraak kan niet de conclusie worden getrokken dat van een burger nooit gevergd kan worden dat hij zelf voor een ruimtelijke onderbouwing zorgt. Eerder aanvaardde de Afdeling al dat het overleggen van een ruimtelijke onderbouwing een indieningsvereiste mag zijn voor een artikel 19 vrijstelling. Aangezien daarbij van belang was dat een vrijstelling een beschikking op aanvraag betrof, meen ik dat de ruimtelijke onderbouwing als indieningsvereiste ook kan gelden in geval van een aanvraag van een projectbesluit op basis van de op 1 juli 2008 in werking getreden Wet ruimtelijke ordening.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.