Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Bijna iedereen heeft wel eens een keer van doen met een collega die – om welke reden dan ook – het bloed onder je nagels vandaan haalt. Goede omgangsvormen, dan wel een gelijkmatig karakter, weerhoudt de meeste van ons ervan om vervolgens in razernij te vervallen. Het hoofd van de afdeling Bouwen, Wonen en Milieu van een grote gemeente in Nederland lukte dat een keertje niet: na een opmerking van een ondergeschikte ontstak hij in woede. Hij begon te schreeuwen, riep dat hij de baas was en dat het ging hoe hij het wilde, en sloeg met de vuist op tafel. De ondergeschikte voelde zich gekwetst en stapte naar de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Gemeentelijke Overheid, alwaar zij een klacht indiende wegens intimidatie.
De Klachtencommissie oordeelde dat de uitval van de leidinggevende niet een vorm van ongewenst gedrag was zoals is aangeduid in de betreffende Klachtenregeling of Arbeidsomstandighedenwet. Volgens de begripsbepalingen wordt onder agressie en geweld verstaan voorvallen waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen. In het geval van pesten moet er sprake zijn van alle vormen van intimiderend gedrag met een structureel karakter èn moet er sprake zijn van herhaling in tijd.
In dit geval was er echter sprake van een eenmalig woede-uitbarsting. De ondergeschikte heeft evenmin hoeven te verkeren in bedreigende, vijandige of vernederende omgeving, als omschreven in de Arbo-wet. De Klachtencommissie oordeelde derhalve dat het voorval louter beschouwd kan wordenals een kwestie van bejegening. De klacht van de ondergeschikte was dan ook niet ontvankelijk.De Klachtencommissie heeft wel aanbevolen, dat ondergeschikte en leidinggevende onder begeleiding van een mediator een andere manier van omgaan met elkaar proberen te vinden.
Resumerend kunnen we stellen dat het dus geoorloofd is, althans in ieder geval voor gemeenteambtenaren, om – eenmalig – in woede uit te barsten. Dit wordt niet gezien als intimidatie, maar wordt beschouwd als een kwestie van bejegening.
Tristan Vos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.