Praktijkgebieden:
Niet alleen de bevolking is verdeeld over het rookverbod. Sinds vorige week zijn de Nederlandse rechters nu ook officieel verdeeld. Op 3 april jl. heeft de rechtbank Breda de uitbaters van het café Victoria van het overtreden van het rookverbod namelijk vrijgesproken, terwijl de rechtbank Groningen eind februari de eigenaar van café de Kachel nog had veroordeeld vanwege het negeren van het rookverbod.
Het rookverbod in de horeca is vanaf 1 juli 2008 van kracht. Het doel van het rookverbod is om de werknemers te beschermen. Het Groningse café de Kachel en het Brabantse rookcafé hebben echter geen personeel in dienst die beschermd hoeven te worden. Omdat de wetgever geen oneerlijke concurrentie tussen horecaondernemingen met of zonder personeel in de hand wilde werken, heeft hij het rookverbod om die reden ook ingesteld voor de eenmanszaken.
Volgens de rechtbank Breda kan het rookverbod voor eenmanszaken niet in stand blijven omdat het rookverbod in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, zoals onder meer is neergelegd in artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Ook worden de eenmanszaken in de praktijk onevenredig hard getroffen door het verbod. De Bredase rechtbank overweegt daarbij dat eenmanszaken meestal kleine horecaondernemingen zijn en door wettelijke of praktische beletselen niet in de gelegenheid zijn aparte rookruimtes in te richten. De grote cafés kennen deze beletselen niet of nauwelijks waardoor de reële mogelijkheid bestaat dat de klanten de kleinere cafés zullen mijden omdat ze daar niet kunnen roken. Wat de rechtbank hier eigenlijk probeert te zeggen, is dat het rookverbod ongelijkheid en daarmee oneerlijke concurrentie tussen horecaondernemingen met en zonder personeel in de hand werkt zonder dat daarvoor een rechtvaardiging bestaat. Maar was dat nu niet juist de reden voor de wetgever het rookverbod ook voor eenmanszaken in te stellen?
Hoe dan ook: het eerste legale rookcafé in Nederland is vooralsnog een feit. Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven tegen de uitspraak in beroep te gaan. Of de Bredase uitspraak in stand zal blijven, moet nog maar blijken.
Wordt vervolgd!
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.