Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De werkgever die een arbeidsovereenkomst wil beëindigen heeft de keus: de kantonrechter of het UWV. In individuele gevallen wordt veelal voor de kantonrechter gekozen, terwijl voor collectief ontslag het UWV de meer aangewezen weg is. Nadeel van die laatste procedure is dat het vaak lang(er) duurt voordat een ontslagvergunning wordt afgegeven, waarna bovendien de opzegtermijn nog in acht moet worden genomen. Dat het ook anders kan bewijst een recente uitspraak van de rechter te Amersfoort.
Een bedrijf was in acute financiële problemen gekomen toen de bank de kredietfaciliteit opzegde en het bedrijf opdroeg binnen een maand een oplossing voor zijn financiële problemen te vinden. Het bedrijf besloot tot een reorganisatie waarbij 26 van de 61 werknemers zouden moeten worden ontslagen. Die werknemers stemden daar – begrijpelijkerwijs – niet mee in, waarna het bedrijf 26 ontbindingsverzoeken indiende. De meeste daarvan werden toegewezen, hetgeen om meerdere redenen opmerkelijk was.
Zo had het bedrijf vanwege de tijdsdruk geen melding collectief ontslag gedaan, wat bij meer dan 20 ontslagen wel nodig is. Evenmin was een ondernemingsraad geraadpleegd; het bedrijf had geen (functionerende) ondernemingsraad meer. Toch werd dat alles het bedrijf niet zwaar aangerekend: 22 van de 26 verzoeken werden toegewezen, waarbij de werknemers bovendien slechts een lage vergoeding kregen. De rechter was klaarblijkelijk overtuigd van de dringende noodzaak.
Want wat dat betreft had het bedrijf zijn huiswerk wel gedaan: er was duidelijke informatie over de financiële staat van het bedrijf, en ook kon het bedrijf aantonen dat de keuze van de boventallige werknemers juist was: het afspiegelingsbeginsel was correct toegepast.
Betekent dit dat een ontbindingsprocedure de ideale route is voor een collectief ontslag? Nee, dat niet. Hoewel het raadzaam is ook bij het UWV een collectief ontslag voor te bereiden, vereist een collectieve ontbindingsprocedure nogal wat voorbereiding, en is ook medewerking van de rechtbank nodig. De uitkomst is ook onzeker: de kantonrechter kan direct een ontbindingsvergoeding toekennen. Maar als er echt haast is, kan het een goed alternatief zijn voor de “normale” procedure.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.