Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Zoals de meesten van u bekend zal zijn kennen wij in Nederland op grond van de Wet Arbeid en Zorg ouderschapsverlof. De duur van dit ouderschapsverlof bedraagt momenteel per kind dertien maal de arbeidsduur per week, wat in de toekomst naar verwachting zal worden verruimd tot 26 maal de arbeidsduur.
Problemen kunnen ontstaan wanneer de werknemer (doorgaans werkneemster) invulling wil geven aan dit verlof door middel van het spreiden van het verlof over een langere tijd en de werkgever van oordeel is dat dit “parttime werken” niet te combineren is met de functie van de werkneemster.
Zo ook in een onlangs gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De werkneemster werkte eerst fulltime en na de geboorte van haar dochter vier dagen per week als makelaar bij een makelaarskantoor. Na korte tijd wilde de werkneemster één dag per week ouderschapsverlof opnemen, hetgeen de facto inhield dat zij drie dagen per week zou gaan werken. De werkgever – die ook al bezwaar maakte tegen kolven op de werkplek – wilde hier niet mee akkoord gaan. Volgens de werkgever verzette de aard van het werk, de relatie met klanten en de bedrijfpolicy zich tegen 3 dagen per week werken. Eerder had de werkgever al bepaald dat de werkneemster, omdat zij vier dagen per week was gaan werken, niet meer voor particulieren mocht werken. Het mag niet verbazen dat de arbeidsrelatie tussen partijen verslechterde hetgeen resulteerde in een ziekmelding van de werkneemster. Hierop vroeg de werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De rechter ontbond weliswaar de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens een verstoorde verhouding maar bepaalde wel dat de ontbinding aan de werkgever te wijten was en dat hij om die reden een hoge(re) ontbindingsvergoeding toekende. Dat parttime werken niet te verenigen zou zijn met het werk dan wel de bedrijfspoliciy veegde de rechter van tafel:
“De werkgever heeft zich in dit opzicht aan de wet te houden en mag een werknemer die zorgtaken uitoefent, niet belemmeren om het eigen werk te doen. Het (gedurende de periode dat een werknemer zorgtaken uitoefent) verminderen van de arbeidsduur naar drie dagen per week is een volstrek normaal verschijnsel. Bij vrijwel alle functies van professionals van makelaar, rechter, advocaat, accountant, huisarts, leraar basisschool) kunnen quasi-serieuze redeneringen worden geponeerd over de bijzondere relatie met de klant, zoals de werkgever doet, maar daarmee wordt de positie van die professionals ernstig ondermijnd. De handelwijze van de werkgever leidt bovendien tot indirecte discriminatie omdat het veel vaker vrouwen dan mannen zijn die ouderschapsverlof opnemen”.
Terecht mijn inziens, het recht op ouderschapsverlof zou immers volkomen illusoir worden wanneer het opnemen ervan op dit type gronden kon worden verhinderd. Het is als werkgever dus oppassen geblazen bij het uiten van bezwaar tegen de spreiding van het ouderschapsverlof: wacht u voor quasi-serieuze argumenten!
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.