Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Albert Heijn, Etos en Gall&Gall hebben bedacht dat zij werknemers met een kleine parttime baan (minder dan gemiddeld 12 uur per week), vanaf begin dit jaar een all-in uurloon gaan betalen. Dit houdt in dat loonbestanddelen die normaalgesproken één keer per jaar worden uitbetaald, zoals vakantietoeslag en een vaste winstuitkering, worden versleuteld in het uurloon en op die manier in feite vooruit worden betaald. In dit geval, en dat is ongebruikelijk, worden ook vakantie- en ADV uren in het uurloon verwerkt. Waar deze uren normaalgesproken tot uitbetaling komen wanneer een werknemer vrij neemt, worden deze bij de drie Ahold-winkels vooruit betaald. Kennelijk hebben deze werkgevers daar een voordeel bij, naar ik aanneem zit dat er voornamelijk in dat het uurloon op deze manier er veel aantrekkelijker uitziet. Met name jongeren, die een belangrijk deel van de kleine parttime baantjes bij de winkels vervullen, zullen daar gevoelig voor zijn. Daar staat voor hen wel tegenover dat zij, als zij hun opgebouwde vrije uren opnemen, geen betaling ontvangen gedurende die vrije tijd, die hebben ze dan immers al bij vooruitbetaling gekregen.
Vakbonden FNV en CNV, vinden deze manier van loon (etc.) uitbetalen maar niets. Zij waren van mening dat het in strijd met wet en de diverse van toepassing zijnde CAO’s was. Verder menen de bonden dat de (vooruit) betaling van salaris over nog niet genoten vakantiedagen de werknemer beperkt in zijn recht om naar eigen keuze vrije dagen op te nemen. Daar zit natuurlijk wel iets in: werknemers die geen betaling krijgen over een vrije dag zullen minder snel geneigd zijn om zo'n vrije dag op te nemen. Of zij dat als bezwaarlijk ervaren staat te bezien nu het voor de meesten van hen vrij eenvoudig zal zijn met hun werktijden te schuiven zodat ze vrij kunnen hebben wanneer ze dat willen, én een aantrekkelijk uurloon verdienen.
De voorzieningenrechter te Haarlem oordeelde in het door de bonden aangespannen Kort Geding dat er geen strijd was met de wet, noch met de toepasselijke CAO’s (die juist allerlei openingen bieden voor het anders behandelen van “kleine parttimers”) noch met Europese regelgeving die slechts eist dat van de opgebouwde vrije uren een aparte registratie wordt bijgehouden.Nu de bonden onvoldoende weerspraken dat Albert Heijn cs. harde toezeggingen hadden gedaan terzake het niet verhinderen van het opnemen van vrije tijd, en het integendeel juist zullen monitoren dat ook parttimers tijdig en voldoende vrije tijd opnamen, oordeelde de rechter dat het recht op vrije tijd niet in het gedrang was. Van het benadelen van parttimers was naar zijn oordeel geen sprake, hij achtte deze wijze van (vooruit) betalen eerder een voordeel voor de betreffende werknemers.
Een all-in uurloon mag dus, mits de CAO die mogelijkheid biedt, aparte registratie wordt bijgehouden van de opgebouwde vrije uren, en zolang de werkgever de werknemers volledig in staat stelt om vakantiedagen op te nemen. Dat een dergelijke manier van loon betalen gemeengoed wordt voor werknemers die meer uren per week werken lijkt niet voor de hand liggend.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.