Praktijkgebieden:
Bij openbare rechtspraak, wordt een proces-verbaal opgesteld van hetgeen ter zitting wordt besproken. In dat proces-verbaal worden ook de relevante afspraken opgenomen die worden gemaakt over het verdere verloop van de procedure. Partijen krijgen altijd afschrift van dat proces-verbaal, zodat vast staat wat er is besproken. En als een van de partijen vervolgens vindt dat de afspraken niet goed worden nagekomen, kan hij verwijzen naar het proces-verbaal.
Dat ligt anders bij arbitrage. Ook bij arbitrage wordt natuurlijk een zitting gehouden en op die zitting worden vele relevante kwesties besproken. Anders dan bij gewone rechtspraak, wordt er echter geen proces-verbaal opgemaakt van hetgeen ter zitting werd besproken. Als vervolgens in het vonnis een geheel andere visie wordt opgenomen dan hetgeen werd besproken (of een partij dacht dat was besproken), heeft de benadeelde partij geen document om op terug te grijpen. Kan die benadeelde dan toch de aantekeningen van de secretaris of de arbiters inzien ?
Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 2 december 2008 (NJF 2009, 39) bepaald dat de partijen bij een arbitrage procedure, recht hebben op een afschrift van de aantekeningen van de secretaris. Wel mag daarbij de secretaris passages weglaten die in strijd komen met het geheim van de de raadkamer. Dat betekent, kort gezegd, dat alleen aantekeningen moeten worden overgelegd die een feitelijke vastlegging betreffen van hetgeen werd besproken. Persoonlijke notities moeten dus worden weggelaten.
Dat is nogal een breuk met de praktijk. De meeste arbitrage instituten hebben tot nu toe gesteld dat partijen geen recht hebben op inzage in de aantekeningen van de secretaris. Dat standpunt lijkt nu geen stand te houden, en zij zullen oeten meewerken aan een verzoek tot inzage in de aantekeningen. Dat zal ongetwijfeld tot complicaties leiden.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.