Praktijkgebieden:
Wie zich niet uit de rook houdt zal zich branden, moet de rechtbank Groningen gedacht hebben toen zij vorige week uitspraak deed in de zaak van het Groningse café de Kachel. De rechtbank heeft het café namelijk veroordeeld tot een geldboete van 1200 euro en heeft tevens een voorwaardelijke stillegging van de onderneming opgelegd voor de duur van een maand, met een proeftijd voor een jaar, omdat het café zich niet hield aan het rookverbod.
Het café deed bij zijn verdediging een beroep op onder meer de naar de mening van het café onrechtmatige invulling van de Tabakswet, ongeoorloofde concurrentieverstoring, het EG- Verdrag, het eerste protocol bij het EVRM, overmacht en de afwezigheid van schuld.
De rechtbank wijst deze punten van de hand. Ten aanzien van de gestelde onrechtmatige invulling van de Tabakswet oordeelt de rechter dat zij zich niet bevoegd acht om de innerlijke waarde of de redelijkheid van de wet te toetsen. Van belang is dat zij opmerkt dat zij bij de beoordeling van de standpunten ervan uitgaat dat de reductie van het aantal rokers de doelstelling is van de Tabakswet en de daarop gebaseerde regelgeving.
Het beroep op de ongeoorloofde concurrentieverstoring wijst de rechtbank van de hand door te oordelen dat het café een keuzevrijheid heeft om gebruik te maken van de mogelijkheid om een aparte afgesloten rokersruimte in te richten. Dat dit voor het café niet mogelijk is zonder uitbreiding, dan wel verhuizing naar een groter etablissement doet hieraan volgens de rechter niet af. De rechter oordeelt dat dit valt onder het risico van het ondernemerschap.
Ook gaat de rechtbank niet mee in de stelling dat het rookverbod in strijd is met artikel 28, 43, 49 EG-verdrag, omdat deze bepalingen slechts strekken tot bescherming van ondernemingen uit andere lidstaten die zich in Nederland willen vestigen. Strijd met het eerste protocol bij het EVRM ziet de rechtbank tenslotte niet, omdat zij onder andere oordeelt dat er geen sprake is van disproportionaliteit. Tevens oordeelt de rechtbank dat het café redelijkerwijs kon en moest weten dat de overheid streefde naar een rookvrije horeca en zich derhalve had kunnen voorbereiden.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Paulien Beunk is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.