Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Wanneer een opzegverbod van toepassing is, kan – het woord zegt het al – een werkgever de arbeidsovereenkomst niet opzeggen. Doet de werkgever dit toch, dan is die opzegging vernietigbaar. De werknemer moet binnen twee maanden na de opzegging een beroep doen op de vernietigbaarheid. De opzegging heeft dan niet het beoogde rechtsgevolg gehad, de arbeidsovereenkomst blijft in stand.De bekendste opzegverboden zijn die tijdens ziekte, tijdens zwangerschap, tijdens het zwangerschps- en bevallingsverlof en de eerste zes weken daarna, en van OR leden.
In een viertal situaties zijn de opzegverboden niet van toepassing. Dan kan een werkgever dus, ondanks het opzegverbod, de arbeidsovereenkomst opzeggen. Dit geldt bij een opzegging gedurende de proeftijd, wegens een dringende reden (“ontslag op staande voet”) en opzegging waarmee de werknemer schriftelijk heeft ingestemd.
Voorts, en dat is een situatie die op dit moment actueel is, zijn de opzegverboden niet van toepassing wanneer de opzegging geschiedt wegens de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming, of van het onderdeel daarvan waarin de werknemer uitsluitend of in de hoofdzaak werkzaam is. Bij veel reorganisaties kunnen zieken, zwangeren en OR leden etc. dus “gewoon”ontslagen worden. Uitzondering hierop is echter het opzegverbod tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof; dit opzegverbod blijft staan.
Bij het beëindigen van de werkzaamheden van een onderneming of van het betreffende deel waar de werknemer werkt dient dus te worden bezien welke werknemers zwangerschaps- of beval-lingsverlof genieten in de zin van de Wet Arbeid en Zorg. Let hierbij wel op dat alléén dit opzegverbod tijdens het verlof blijft staan. De opzegverboden die gelden voor de periode vóór het verlof(tijdens de zwangerschap)en die erná (gedurende eventuele ziekte als gevolg van de zwangerschap of de bevalling, en de eerste zes weken na werkhervatting na het verlof of de ziekte) zijn bij (gedeeltelijke) bedrijfssluiting niet van toepassing. Zwangeren en herstellende prille moeders kunnen in dat specifieke geval ontslagen worden.
Kissiwah Mireku is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.