Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Voor burgers en bedrijven is het vaak een bron van ergernis: een trage overheid die maar niet beslist op vergunningaanvragen, terwijl betrokkene deze vergunning toch echt nodig heeft op korte termijn. Om burgers en bedrijven tegemoet gekomen in deze problematiek geldt voor een aantal vergunningstelsels het systeem van “Lex Silencio” hetgeen inhoudt dat wanneer een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een vergunningaanvraag, de vergunning geacht wordt te zijn afgegeven. Dit systeem geldt nu voor 21 vergunningstelsels, waaronder de bouw- en monumentenvergunningen.
In het kader van het project om de regeldruk voor burgers te verminderen en de dienstverlening te verbeteren, zijn het afgelopen jaar alle vergunningstelsels van het Rijk door een onafhankelijk onderzoeksbureau doorgelicht om te bekijken of voornoemd systeem waar Lex Silencio nog meer kan worden ingevoerd. Op grond van dit onderzoek heeft het kabinet nu ingestemd met het invoeren van het systeem van Lex Silencio voor nog eens 24 andere vergunningstelsels.
Voor onder meer de volgende vergunningstelsels zal Lex Silencio worden ingevoerd:
• ontheffing opleidingseis particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;• ontheffing verbrandingsverbod afvalstoffen;• vergunning tot het aangaan van overeenkomsten van huur en verhuur van woonruimte (onder meer van toepassing als een pand op de nominatie staat om gesloopt of gerenoveerd te worden);• ontheffing elektronische aangifte ondernemers.
Daarnaast is nog een keer gekeken of de vergunningen die in aanmerking komen voor de Lex Silencio ook niet op een andere manier vereenvoudigd kunnen worden.
Nu zijn nog alleen de vergunningstelsels van het Rijk doorgelicht. De vergunningstelsels van de decentrale overheden worden op dit moment nog bekeken. In ieder geval zullen decentrale overheden voor de vergunningenstelsels die onder de Europese richtlijn voor vrij verkeer van diensten (de Dienstenrichtlijn) vallen voor eind 2009 de Lex Silencio moeten toepassen, tenzij een dwingende reden van algemeen belang het kan rechtvaardigen dat een vergunning niet van rechtswege wordt verleend.
Het systeem van Lex Silencio zal ook worden opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Aan de Awb wordt een nieuwe paragraaf 4.1.3.3 “Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen” toegevoegd die de Lex Silencio gaat regelen. Deze paragraaf krijgt een facultatief karakter, waardoor de regeling niet automatisch van toepassing is op alle vergunningen en waardoor deze ook niet bepaalt onder welke omstandigheden de Lex Silencio moet worden ingevoerd.Voor vergunningenstelsels die onder de Dienstenrichtlijn vallen, is het echter wel verplicht om de nieuwe paragraaf van de Awb van toepassing te verklaren.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.