Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De slavernij is al enige tijd afgeschaft en in Europees verband is inmiddels bepaald dat dwangarbeid niet is toegestaan. Met die gedachte in het achterhoofd zal een man die een bijstandsuitkering ontving onlangs naar de rechter te Arnhem zijn gestapt.
De man werkte niet om voor een partner te kunnen zorgen. Het college van burgemeester en wethouders vond dat hij weer aan het werk moest en verplichtte hem daarom om deel te nemen aan een traject dat gericht was op arbeidsinschakeling. De man weigerde en als straf werd hij op zijn bijstandsuitkering gekort.
Het traject hield in dat de man moest gaan schoffelen in het plantsoen aan de hand waarvan een Trainingscentrum zou vaststellen hoe het was gesteld met de werknemersvaardigheden van de man. Bij werknemersvaardigheden moet gedacht worden aan zaken als op tijd komen en de omgang met collega's.
De rechtbank oordeelde dat daarmee op zich niets mis is, en dat van dwangarbeid in elk geval geen sprake was. Daarvoor was niet voldoende (psychische danwel fysieke) dwang in het spel. Naar huidige maatschappelijke inzichten mag van de ontvanger van een bijstandsuitkering worden verlangd dat hij de nodige inspanningen verricht om uiteindelijk zelf in zijn bestaan te kunnen voorzien. Dat is ook het doel van de Wet Werk en Bijstand; de verplichting tot meewerken aan re-integratieactiviteiten is niet in strijd met het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens.
Gezien het arbeidsverleden van de man stond echter wel vast dat het schoffelen nou niet zou helpen bij het vinden van een nieuwe baan. De man was ook niet werkloos omdat er iets zou schorten aan zijn werknemersvaardigheden. De rechtbank oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders dient te kijken naar de individuele situatie en daarop een traject moet afstemmen. Doet het college dat niet, dan is de weigering van deelname niet verwijtbaar. Het besluit van het college hield dan ook geen stand en ze zullen er opnieuw naar moeten kijken.
De redenering van de rechtbank hielp de man in dit geval, maar in zijn algemeenheid zal het college van burgemeester en wethouders niet ontevreden zijn. De rechtbank oordeelde immers dat mensen met een bijstandsuitkering wél verplicht kunnen worden deel te nemen aan een arbeidsinschakelingstraject.
Voorwaarde daarbij is dat het traject aansluit bij de individuele situatie van de betreffende persoon, maar als dat gebeurt mag het college die persoon korten op zijn bijstandsuitkering als hij of zij weigert deel te nemen aan het traject.
Benjamin van Leeuwen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.