Praktijkgebieden: Bestuursrecht
De ministerraad heeft onlangs ingestemd met het voorstel om de verplichte toetsing van bouwvergunningplichtige bouwwerken door de welstandscommissie te laten vervallen.
Op dit moment dient elk bouwvergunningplichtig bouwwerk getoetst te worden door een onafhankelijke commissie aan redelijke eisen van welstand die door de gemeente zijn vastgesteld in een welstandsnota. De huidige toetsing omvat vaak niet alleen toetsing aan de uiterlijke kenmerken van het bouwwerk (kleur, materialen en structuur) maar ook wordt getoetst aan de aanvaardbaarheid van het bouwwerk in relatie tot de karakteristiek van de reeds aanwezige bebouwing, de openbare ruimte, het landschap en de stedenbouwkundige context. Gemeenten mogen sinds 2003 afwijken van het advies van de welstandscommissie, hoewel dit in de praktijk zelden voorkomt.
Het kabinet is nu van mening dat de wettelijke verplichting om bij reguliere bouwplannen advies in te winnen bij een onafhankelijke commissie, ten behoeve van slechts één geïsoleerd aspect uit het toetsingskader, belemmerend werkt. Deprocedure wordt daardoor te veel vertraagd. Omwille van de snelheid en het verminderen van de regeldruk wil het kabinet om deze reden dat gemeenten zelf mogen bepalen hoe reguliere bouwplannen worden getoetst aan het welstandsbeleid.
Voorts wil het kabinet dat het welstandsbeleid, nu nog opgenomen in door de gemeente vastgestelde welstandsnota’s, deel uit gaan maken van het bestemmingsplan. Daardoor kan het welstandsbeleid beter worden afgestemd op het ruimtelijk beleid. Ook wil het kabinet dat de toetsing van welstand zich zal beperken tot het uiterlijk van bouwwerken. Een toetsing aan de relatie met de openbare ruimte, het landschap en de stedenbouwkundige context zal dan niet meer in het welstandsbeleid kunnen worden opgenomen, maar zal dan in het bestemmingsplan of het ruimtelijk beleid moeten worden geregeld.
Of het wetsvoorstel de bouwvergunningprocedures uiteindelijk zullen versnellen is nog maar vraag: de toetsing zelf vervalt immers niet, gemeenten mogen alleen nu zelf de toetsing verrichten.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.