Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Bouwwerken die met een bouwvergunning zijn gebouwd, moeten in beginsel in nieuwe bestemmingsplannen positief worden bestemd. Dat betekent dat deze gebouwen en hun bestemming als legaal in het bestemmingsplan worden opgenomen. De hoofdregel is dat die bestaande, legale bouwwerken alleen onder het bouwovergangsrecht mogen worden gebracht indien a) sprake is van nieuwe planologische inzichten; en b) concreet zicht bestaat dat het bouwwerk binnen de planperiode zal worden verwijderd. In deze zaak aanvaardt de Afdeling een uitzondering op de aangehaalde hoofdregel.
Het gaat hier om een voormalig agrarisch bedrijf. De agrarische activiteiten zijn stopgezet en de voormalige bedrijfswoning is nu in gebruik als burgerwoning. Bij het bedrijf hoorde ook een loods (met een oppervlakte van 609 m2 en een bouwhoogte van 6,5 meter). Deze loods is in 1989 met bouwvergunning gebouwd en zou om die reden in het nieuwe bestemmingsplan ook als zodanig bestemd moeten worden. De gemeenteraad van Purmerend heeft de loods echter onder het bouwovergangsrecht gebracht. Daardoor moet de eigenaar er rekening mee houden dat (in beginsel) het gebouw weg zal moeten. Dat kan bijvoorbeeld bij verkoop tot waardedaling leiden.
In het nieuwe bestemmingsplan is de voormalige bedrijfswoning als burgerwoning bestemd. De bedrijfsgebouwen hebben eveneens een woonbestemming gekregen en gaan functioneren als bijgebouw bij de woning. Het beleid van de raad is erop gericht dat het, nadat een agrarisch bedrijf is beëindigd, vanuit een goede ruimtelijke ordening gewenst is om de grootschalige agrarische bebouwing op termijn te laten verdwijnen of in ieder geval in omvang sterk te laten afnemen. Een groot volume of oppervlak van aan- en bijgebouwen is immers niet functioneel voor de nieuwe woonbestemming. Daarnaast nodigt de aanwezigheid van zo's grote loods uit tot vormen van gebruik die in het buitengebied ongewenst zijn (bijvoorbeeld opslag of winterstalling). De raad wil dit tegengaan en brengt de grote loods daarom onder het bouwovergangsrecht.
De Afdeling vindt het beleid van de raad niet onredelijk. De grote loods mag dus onder het bouwovergangsrecht worden gebracht. (Zie uitspraak ABRvS 25 juni 2008, nr. 200703818.)
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.